9.7.11

Inleiding over Woody Allen

Ergens rond 2000 begon-ie: mijn Woody Allen-verslaving. Kort maar hevig. Dat ik zijn films vervolgens jarenlang links had laten liggen, realiseerde ik me eigenlijk pas toen De Fabriek mij vroeg om een inleiding over de iconische Amerikaanse filmmaker te geven. Plotseling zat ik weer in de bioscoop bij een Woody Allen, voor het eerst in zes jaar tijd. En het was niet zomaar een Woody Allen, het was You Will Meet a Tall Dark Stranger: zijn veertigste film. Want de man mag dan wel 75 zijn, hij levert nog steeds een film per jaar af.
Eigenlijk had ik geen betere film kunnen uitkiezen om mijn Woody Allen-verslaving nieuw leven mee in te blazen. You Will Meet a Tall Dark Stranger is namelijk classic Allen: een relatiekomedie waarin veel van de thema’s uit Allens omvangrijke oeuvre de revue passeren: overspel, fraude, gerechtigheid, de angst voor de dood. Laat ik vooropstellen dat het een hele vermakelijke film is, eentje met mooie rollen, hilarische dialogen en onverwachte verwikkelingen. Maar de Allen-kenner ziet er meer in. Die herkent in elk verhaallijntje wel een andere Allen-klassieker. De relatie met een jonge vrouw: Manhattan. De speling van het lot: Match Point. De ordinaire dame: Mighty Aphrodite. Vreemdgaan: Annie Hall, Husbands and Wives, Hannah and Her Sisters: overspel komt in zo’n beetje elke Woody Allen-film voor.
You Will Meet a Tall Dark Stranger had door niemand anders dan door Woody Allen gemaakt kunnen worden, zoveel was duidelijk. Zijn stempel stond op elke scène, elk personage, elke wending. Geweldig vind ik dat, als alles wat je doet zo eigen is. Maar ik wilde ook wel advocaat van de duivel spelen. Vertelt die ouwe Allen niet gewoon keer op keer hetzelfde verhaal? vroeg ik me af. In de daaropvolgende twee weken deed ik een aardige poging om de resterende 39 films uit Allens oeuvre te bekijken. En ik kan nu concluderen: ja, de filmmaker vertelt keer op keer hetzelfde verhaal. Maar hij doet dat steeds op zo’n andere manier, en met zulke andere middelen, dat er van sleur geen sprake kan zijn. Shadows and Fog is een filosofisch sprookje in de stijl van het Duitse expressionisme. Zelig is een hilarische nepdocumentaire. Everyone Says I Love You is een musical, Deconstructing Harry een keiharde satire, Manhattan puur drama. En toch zijn het stuk voor stuk typische Woody Allen-films. Niet alleen thema’s keren terug maar ook acteurs, situaties, personages en zelfs hele zinnen. ‘Whatever Works,’ zegt Sydney Pollack aan het einde van Husbands and Wives, een zin die later de titel van Allens 39e film zou worden. Ik ben niet per se mooi, zegt Anjelica Huston in Manhattan Murder Mystery, ik ben vooral sexy. Twaalf jaar later zou Scarlett Johanson die zin in Match Point herhalen.
In You Will Meet a Tall Dark Stranger zitten twee van mijn favoriete Woody Allen-thema’s. Het eerste thema is bedrog. Bij Allen krijgt bedrog de vorm van overspel – ik noemde het al eerder – of criminaliteit. Bedrog kan zelfs de vorm aannemen van een menselijke kameleon. In Zelig kruipt Allen in de rol van een man die zichzelf wegcijfert – letterlijk! Als hij onder rijkelui is, verandert hij in een miljonair. Maar als hij in de keuken bij het personeel zit, is hij een eenvoudige arbeider. Zijn minderwaardigheidscomplex neemt zelfs zulke extreme vormen aan dat als hij in de buurt van Chinezen is, hij fysiek Chinees wordt. Of dik. Of zwart. En bedriegt daarmee zelfs zichzelf. In You Will Meet a Tall Dark Stranger is het een schrijver die zich tot fraude verlaagt. Ik zal er niet te veel over verklappen maar het verhaallijntje doet vaag denken aan Allens Bullets over Broadway, waarin een intellectuele maar weinig getalenteerde toneelschrijver zich laat helpen door een dommekracht van een gangster die wèl een neus voor taal heeft. Waarom keert Allen steeds weer terug naar het thema bedrog? Het antwoord ligt in zijn gevoel van minderwaardigheid. Een onzekere man kan niet geloven dat hij de liefde van een vrouw waard is. Een onzekere regisseur kan niet geloven men zijn films prijst. Morgen val ik door de mand, denkt hij. Dan ziet iedereen dat mijn talent niets voorstelt. Woody Allen voelt zich, kortom, een bedrieger. In Everyone Says I Love You wordt Julia Roberts alleen maar op hem verliefd omdat hij zich voordoet als haar ideale man. Als de verliefdheid wegebt, realiseert hij zich dat hij beter zichzelf had kunnen blijven. Perfectie gaat op den duur immers vervelen.
Een ander vast element in de films van Woody Allen is het verlangen naar wat je niet kunt krijgen. Ben je vrijgezel, dan wil je die ene mooie vrouw voor je winnen. Maar eenmaal getrouwd, wil je vrij zijn. In You Will Meet a Tall Dark Stranger heeft Naomi Watts een heimelijk oogje op haar aantrekkelijke baas. En intussen flirt haar man met de knappe overbuurvrouw. Maar wat gebeurt er als hij haar eenmaal voor zich zou winnen? De vrouwen aan de overkant zijn even knap als het gras bij de buren groen is. Iets soortgelijks gebeurt in Hannah and Her Sisters. Michael Caine heeft een perfect huwelijk met Mia Farrow maar intussen kan hij zijn ogen niet van haar zus afhouden. Het komt uiteindelijk tot een affaire, kort en stormachtig, waarna hij tenslotte toch voor zijn vrouw kiest. Maar in de slotscène van de film realiseer je je dat hij eigenlijk helemaal niet voor zijn perfecte huwelijk kiest; hij kiest ervoor om de zus van zijn vrouw van een afstand te begeren, in plaats van in het echt. Hij kiest voor het verlangen.
Voor een komiek is Woody Allen eigenlijk behoorlijk nihilistisch. Niet zelden geven zijn films, hoe licht van toon ze ook zijn, een diep melancholisch gevoel. Het leven is niet vrolijk, probeert Allen ons duidelijk te maken, maar we kunnen er allicht om lachen.

Inleiding bij You Will Meet a Tall Dark Stranger / Annie Hall
Filmtheater De Fabriek, 2011