25.12.11

Eindejaarslijst 2011













01. Drive / Nicolas Winding Refn
Hoofdpersonage Driver (een steengoede rol van Ryan Gosling, die dit jaar ook de show stal in Blue Valentine, Crazy Stupid Love en The Ides of March) mag dan ultiem cool zijn, de agressie die in hem schuilt is angstaanjagend. Het maakt deze instant cultklassieker even naargeestig als opwindend. Goeie rol van komiek Albert Brooks ook, die werd tegengecast als Joodse maffiabaas.

02. A Separation / Asghar Farhadi
Een klassieke tragedie met moderne suspense, en een film ook waarin geen scène, geen beeld, geen woord overbodig is. Asghar Farhadi bouwt zijn film zelfverzekerd op en trekt je stukje bij beetje het verhaal in, totdat er geen ontsnapping meer mogelijk is.

03. Black Swan / Darren Aronofsky
Hij ruikt naar ironie, deze thriller die melodrama, bodyhorror en een flinke dosis Repulsion verenigt. Maar juist het feit dat het bij de suggestie van ironie blijft, maakt Black Swan zo fascinerend.

04. Le Quattro Volte / Michelangelo Frammartino
Het traditionele leven op het Italiaanse platteland wordt verbeeld door achtereenvolgens een oude man, een geit en een boom te volgen. Geestig en ontroerend.

05. The Autobiography of Nicolae Ceausescu / Andrei Ujica
Drie uur lang archiefmateriaal van de Ceausescu'tjes, amper gemonteerd of anderszins bewerkt. Juist omdat de film zo gortdroog is komt-ie heel dichtbij de waarheid. Een lange zit voor de één, een onthutsende documentaire voor de ander. Wat mij betreft een van de beste documentaires ooit.

06. Black Venus / Abdellatif Kechiche
07. Attenberg / Athina Rachel Tsangari
08. Somewhere / Sofia Coppola
09. Bridesmaids / Paul Feig
10. Midnight in Paris / Woody Allen
11. The Trip / Michael Winterbottom
12. Submarine / Richard Ayoade
13. The Tree of Life / Terrence Malick
14. Hors Satan / Bruno Dumont
15. Tinker Tailor Soldier Spy / Tomas Alfredson
16. The Future / Miranda July
17. Carnage / Roman Polanski
18. The Adventures of Tintin: The Secret of the Unicorn / Steven Spielberg
19. The Turin Horse / Béla Tarr
20. The Artist / Michel Hazanavicius
21. Jane Eyre / Cary Fukunaga
22. Rabbit Hole / John Cameron Mitchell
23. Animal Kingdom / David Michôd
24. Post Mortem / Pablo Larraín
25. Poetry / Chang-Dong Lee

24.12.11

Slagschaduw #7

 



















Trillend van de filmkoorts: al teveel gezien, te vaak en in doorwaakte nachten. Schaduwen op de muur. Flakkerende beelden in het achterhoofd. Af en toe haalt de cinefiele junk wel eens een beeld, een scène of zelfs een hele film door elkaar. Columnist Basje Boer doet het opzettelijk. Welke twee films doemen vannacht op in haar delirium?

7.
De vreemdeling

Een typische Amerikaanse suburb. De zon schijnt. De heggen zijn gesnoeid, het gras is pas gemaaid. In een van de voortuinen ligt een driewielertje, wat kleurrijk speelgoed.

Een auto houdt er halt voor de deur. Een vrouw stapt uit en loopt de tuin door naar het huis dat erachter ligt. Ding dong.

De vrouw die opendoet had haar niet verwacht, deze bekende uit een ver verleden. In een flits herinnert ze zich alles weer: het verraad, het leed, de woede. Ze weet waarom de vrouw hier is - sterker nog, ze gunt de vrouw haar wraak. Maar nu moet ze overleven. Kostte wat het kost, overleven.

De bezoekster stompt haar gastvrouw in het gezicht. Maar de vrouw is het vechten niet verleerd. Ze weet haar gast vast te grijpen en werpt haar tegen de kast. De glazen deurtjes versplinteren, terwijl ze de vrouw, weerloos op haar rug, in de hals schopt. De bezoeker weert de trap af, werpt de vrouw omver. De salontafel sneuvelt.


Beide vrouwen weten een wapen te grijpen, een mes. Nu is het een kwestie van niet knipperen, van niet toegeven, van je adem inhouden en hopen dat je sneller bent dan de ander. Buiten stopt een schoolbus. Een meisje stapt uit.


'Vermoord haar,' gilt de vrouw des huizes als haar dochter binnen is. 'Vermoord haar!' Het meisje kijkt bedachtzaam van de ene vrouw naar de andere. 'Luister naar mijn bevel! Ik heb je gemaakt!'


Dan komt het meisje in actie. Ze neemt een houten staak op, maar steekt er niet de vreemdeling mee, maar haar moeder. De staak gaat dwars door de vrouw heen en komt er aan de voorkant weer uit, met een orgaan aan de punt geregen. De moeder reikt er nog naar, alsof ze het terug in haar lichaam wil stoppen.

'Het spijt me,' zegt ze, en sterft.

Slagschaduw, december 2011 
Lees (en bekijk) het juiste antwoord op de website van Schokkend Nieuws

12.12.11

Inleiding over Woody Allen, deel 2

Een schlemiel, dat is de hoofdpersoon uit een Woody Allen-film steevast: een schlemiel, een al dan niet Joodse goeierd die geen benul heeft van waar hij nou eigenlijk mee bezig is. Hij is sympathiek maar heeft een keur aan neuroses. Hij is intellectueel maar ook aartsonzeker. Hij windt de meest aantrekkelijke vrouwen om zijn vinger maar die relaties weet hij altijd weer te verpesten. (Komt het niet door zijn onzekerheid dan toch zeker door zijn bindingsangst of zijn onvermogen om monogaam te zijn.) Hij is getalenteerd - meestal betreffende het schrijversvak - maar hij is nét niet briljant. En het is dat "nét niet" dat leidt tot frustratie, jaloezie - zelfs bedrog.

De schlemiel uit Everyone Says I Love You heet Joe Berlin, een rol van Allen zelf. Ja, ook Joe is schrijver. En ook Joe lukt het niet om een vrouw te houden. Het is net uit met zijn laatste verovering als hij een nieuwe vrouw ontmoet, de mooie - maar getrouwde - Von. Joe kan niet geloven dat een vrouw als Von voor hem zou vallen en dus wendt hij zich tot een smerige truc om haar te veroveren: hij doet zich voor als een ander. Daar hebben we 't al: bedrog!

In Woody Allens misdaaddrama's Crimes and Misdemeanors en het recente Match Point weten de hoofdpersonen met hun wandaad weg te komen. En dan hebben we het niet over een uit de hand gelopen versiertruc - nee, Allen liet ze ongestraft een moord plegen. Nu komt ook Joe Berlins bedrog niet uit maar onbestraft blijft het niet. Joe mag lijden onder het feit dat hij meer kans bij Von had gemaakt als hij gewoon zichzelf was gebleven.

De schlemiel uit Bullets over Broadway is David Shayne, een rol van John Cusack. Het zijn de roaring twenties en op Broadway viert niet alleen het theater hoogtij, ook de maffia beleeft er gouden tijden. David is, hoe kan het ook anders, een schrijver. Een toneelschrijver, in dit geval. Een behoorlijk pretentieuze toneelschrijver, om precies te zijn, één die beter is in het schrijven van eindeloze volzinnen dan in het oproepen van menselijke emoties. Het is een dilemma dat Woody Allen vaker inzet: hart versus hoofd, impuls versus intellect, beest versus beschaving. Maar David stuit op een oplossing. Hij pikt de teksten van een ander en doet ze af als de zijne. Bedrog: alweer!

Zoals Joe Berlin zich uit onzekerheid voordoet als een ander, zo zie ik ook in David Shaynes fraude een parabel voor Woody Allens twijfel. Ben ik wel goed genoeg? vraagt Allen zich af. Zijn mijn teksten het pretentieuze gewauwel van een intellectueel? Kon ik maar meer schrijven als een man van de straat, een idiot savant die schrijft over de meest basale van emoties, over dat wat er echt toe doet.

In Bullets over Broadway voert Allen een alter ego op dat inderdaad talentloos en pretentieus is. In het echt weten we natuurlijk wel beter. Allen is ongeëvenaard: als schrijver, als acteur, als filmmaker. Zelfs als klarinettist, schijnt.

De schlemiel uit Allens nieuwste film Midnight in Paris is Gil, een rol van Owen Wilson, die zo vaak neuroten speelt dat het hem geen moeite kost om een puike Woody Allen-imitatie ten beste te geven. Gil is - hoe raad u het zo? - een schrijver, om precies te zijn een commerciële scriptschrijver die de overstap naar de literatuur probeert te maken. En ook Gil bedriegt. Zelfbedrog, zou je het kunnen noemen, in de vorm van extreem escapisme. Vluchtend voor de realiteit van zijn moeizame carrière, zijn onaangename verloofde en diens conservatieve ouders, raakt Gil verstrikt in een fantasiewereld. Natuurlijk, Gil kan niet in die wereld blijven, de realiteit roept hem uiteindelijk terug. Maar zijn tijdelijke vlucht uit de werkelijkheid geeft hem wel nieuwe inzichten. Eindelijk hakt Gil eens wat knopen door, het zou tijd worden.

Bovendien, wat is er verkeerd aan om een romanticus te zijn?


Inleiding bij Everyone Says I Love You / Bullets over Broadway / Midnight in Paris
Filmtheater De Fabriek, december 2011

Eerder dit jaar gaf ik ook al een inleiding over Woody Allen, die lees je hier.

11.12.11

Top 5 Beste Genrefilms van 2011


Op de website van Schokkend Nieuws vind je mijn Top 5 van beste genrefilms van het afgelopen jaar, met motivatie. Op één staat Amer: 'Amer, die al sinds 2009 op festivals circuleert, maar pas in 2011 officieel in roulatie ging, zit dan wel bomvol referenties aan het gialllo-genre, maar staat met zijn unieke beeldtaal en letterlijk adembenemende audiotrack helemaal op eigen benen. De inhoud blijft weliswaar achter bij de vorm, maar Amer is zo eigenzinnig dat de film desalniettemin beklijft.'
Bekijk de rest van de Top 5 op schokkendnieuws.nl

2.12.11

Top 11 Beste Rollen van 2011


December is jaarslijstjesmaand. Op het blog van Subbacultcha sommen we het afgelopen jaar op in een Top 11. We bijten het spits af met mijn Top 11 Beste Rollen van 2011. Dit en meer op subbacultcha-blog.blogspot.com

30.11.11

MIDNIGHT IN PARIS

Op zaterdag 10 december organiseert Filmtheater De Fabriek voor de tweede keer de Woody Allen Filmnacht. Twee klassiekers van Allen (op de avond zelf wordt bekend gemaakt welke) worden rond middernacht gevolgd door Allens nieuwste film, het zeer charmante Midnight in Paris. Alle films worden door mij ingeleid.

Dit hele programma kost 15 euro. Start 18.30. Meer informatie op de site van De Fabriek.

28.11.11

WE NEED TO TALK ABOUT KEVIN







Strawberry jam. Wine. Ketchup. Paint. In her newest film We Need to Talk about Kevin Scottish director Lynne Ramsay suggests inevitable violence by using gory close-ups of fluids that resemble blood. Skipping back and forth in time Ramsay tells the story of Eva and her son Kevin. From the day he's born up to his years as a moody teen Kevin wants nothing more than to agonize his mother. According to dad he's just another rowdy boy, and his little sister adores him no matter what. But Eva knows something's terribly wrong with her devil eyed son. Rather than dissecting Kevins psyche, Ramsay zooms in on Eva's guilt, making We Need to Talk about Kevin a beautifully crafted and surprisingly touching hybrid between horror and arthouse.
Bovenstaande recensie van We Need to Talk about Kevin staat deze maand in Subbacultcha.
We Need to Talk about Kevin draait vanaf 1 december in de filmtheaters.

24.11.11

MY DINNER WITH ANDRE


Woensdag 7 december in Delicatessen: My Dinner with Andre van Louis Malle, de ultieme praatfilm. Deur open om 19.00, aanvang film 20.30. Als je mee-eet 8 euro entree, voor alleen de film betaal je 4 euro.

20.11.11

Slagschaduw #6


Trillend van de filmkoorts: al teveel gezien, te vaak en in doorwaakte nachten. Schaduwen op de muur. Flakkerende beelden in het achterhoofd. Af en toe haalt de cinefiele junk wel eens een beeld, een scène of zelfs een hele film door elkaar. Columnist Basje Boer doet het opzettelijk. Welke twee films doemen vannacht op in haar delirium?

6.
Verbinding Verbroken

Ieeeee ieeeee - de wielen van een piepende rolstoel blinken in het weerkaatsende kunstlicht. Het zijn vrouwenhanden die de wielen voort duwen, vrouwenhanden met roodgelakte nagels. Buiten regent en stormt het, druppels glijden over het raam als tranen over een wang.
Veel verder weg dan je vermoeden zou, ergens aan de andere kant van de straat, heeft een man onbelemmerd uitzicht op de grijze vrouw in haar rolstoel. Het piepen van haar rolstoel hoort hij niet, zijn ogen krijgen wel de kost. Zijn blik, versterkt door het dikke glas van zijn telescoop, laat hij over haar gezicht en lichaam glijden. Dan stokt zijn blik - achter de vrouw duikt een schim op.

Trrrring. De vrouw neemt op - Kijk uit, achter je! - maar het is al te laat. Ze ziet haar moordenaar niet, wel de galg hij haar voor houdt. Een laatste maal hapt de vrouw naar adem, dan trekt de man het koord aan: verbinding verbroken. Terwijl het tuuuuuuut klinkt in de hoorn, duwt de moordenaar de rolstoel onder zijn slachtoffer vandaan. De vrouw valt voorover, de galg trekt strak.

Verbinding verbroken: de voyeur gooit de hoorn op het toestel. Hij sprint de trap af naar buiten, naar de verlaten straat die naar haar huis leidt. Stop! roept hij als hij twee hardlopers ontdekt. Er wordt een vrouw vermoord.

Vinger voor vinger pelt de moordenaar zijn zwarte handschoenen af. Het kreunen van de vrouw wordt zachter en haar worsteling krachtenlozer terwijl de wielen van haar rolstoel, ineengeklapt en nutteloos, steeds langzamer draaien. Een laatste piep van de rolstoel, een laatste zucht van de vrouw. Beneden klinkt het geluid van brekend glas, het geblaf van de hond. De voyeur stormt het huis binnen. Maar hij is te laat.
Slagschaduw, november 2011
Lees (en bekijk) het juiste antwoord op de website van Schokkend Nieuws

11.11.11

JANE EYRE

7.11.11

KICKING AND SCREAMING



Aanstaande woensdag in Delicatessen:
Kicking and Screaming (1995), het debuut van Noah Baumbach (Greenberg, The Squid and the Whale). Aanvang 20.30, kosten 4 euro.

28.10.11

DRIVE























A little boy's watching a cartoon shark on TV. Is he a bad guy, a man wants to know. 'Just look at him,' the boy replies. 'Does he look like a good guy?' By now we know the kid might as well be talking about the guy sitting next to him. In the next 100 minutes this broody stunt driver and small time criminal only known to us as "Driver" will reveal himself as this year's most unlikely hero, balancing that fine line of good and evil. In his latest movie Danish cult director Nicolas Winding Refn combines a neo-noir plot with an overall 80s feel that stretches from the cool photography to the ethereal synthpop soundtrack. Lyrical violence tops it off, showing that a blood covered face really makes Ryan Gosling's eyes pop.

Bovenstaande recensie van Drive staat deze maand in Subbacultcha. Lees 'm hier.
Drive draait vanaf 3 november in de filmtheaters.

26.10.11

Johan Grimonprez








Zappen door de realiteit
'Ik zocht de kamer af op zoek naar een prop, een wapen.' Een man heeft een merkwaardige ontmoeting op een filmset, een ontmoeting die één van hen niet zal overleven. Die man is Alfred Hitchock. De man die tegenover hem zit ook.
Dit korte verhaal van Tom McCarthy, gebaseerd op een werk van Jorge Luis Borges waarin de schrijver zijn twintigjarige zelf ontmoet, vormt het hart van Double Take, de tweede lange film van de Vlaamse kunstenaar en filmmaker Johan Grimonprez. Zijn hoofdpersoon is Hitchcock, Master of Suspense. Diens tegenspeler, zijn dubbelganger, is de angstcultuur die ontstond met de komst van de televisie, precies in het tijdperk van de Koude Oorlog.
De twee dealers van angst komen samen in beeldmateriaal van Hitchcocks tv-serie Alfred Hitchcock Presents, een met commercials gelardeerde show waarin een korte film vooraf wordt gegaan door een introductie van de meester zelf. Grimonprez put rijkelijk uit deze bron van droogkomische filmpjes waarin Hitchcock een fijn gevoel voor zelfspot en zwarte humor aan de dag legt. 'Televisie bracht moord terug in de huiskamer, waar het thuishoort.'
Voor Grimonprez is onze beeldcultuur één groot Memory-spel, waarbij alle beelden een herhaling van elkaar zijn. Je hoeft de beelden alleen maar bij elkaar te zoeken en opnieuw te ordenen. Zoals de tv-kijker langs de kanalen zapt en, als de beelden maar snel genoeg gaan, ineens de overeenkomst ziet tussen een voetballer rennend over het veld en een zebra op de vlucht voor een leeuw, zo legt ook Grimonprez de structuren bloot die schuilgaan onder die enorme beeldenstroom die we iedere dag, jaar na jaar, te verstouwen krijgen. Zijn zapper is de montagetafel, waar hij realiteit, fictie, commercials, found footage en zelf geschoten materiaal herordent totdat de beelden laten zien wat hij ziet.
In 2001 produceerde de realiteit een wrange sequel op Grimonprez' eerste lange film, Dial H-I-S-T-O-R-Y. Ook dat werk bood een eindeloze beeldenstroom, heel precies in elkaar gemonteerd door de maker. Onderwerp was de rol die de media speelden in de plotselinge toename van vliegtuigkapingen in de jaren 60 en 70. In de hoofdrol van het tv-journaal gecast, kreeg de kaper een ongekende macht toegekend. De beelden die Grimonprez bij elkaar zocht - ironische, deprimerende, inzichtelijke en ronduit absurde beelden - werden afgewisseld met fragmenten uit het werk van schrijver Don DeLillo. De daad van de terrorist, klinkt uit een van die teksten, maakt de rol van de schrijver overbodig. Dial H-I-S-T-O-R-Y wordt uitgebracht in 1997. Vier jaar later, op 11 september 2001, is de film urgenter dan ooit. Met de aanslagen op de Verenigde Staten wordt Dial H-I-S-T-O-R-Y de proloog van het ultieme icoon van onze beeldcultuur: twee vliegtuigen, twee brandende torens.
Dat Dial H-I-S-T-O-R-Y - zijn titel ten spijt - niet alleen terugblikt op het verleden maar ook een statement maakte over onze huidige samenleving, wordt door de gebeurtenissen van 11 september nog eens benadrukt. Ook Double Take zegt iets over de wereld anno nu maar doet dat heel nadrukkelijk door voorbeelden te zoeken in het verleden. Dat is begrijpelijk. Wil je iets over onze beeldcultuur vertellen, dan ga je terug naar het allereerste begin, toen ons maagdelijk oog voor het eerst geconfronteerd werd met een waterval aan beeld. Maar nu onze beeldcultuur met YouTube en andere internetsites een absoluut hoogtepunt bereikt heeft, kun je moeilijk om hedendaags beeldmateriaal heen. Grimonprez reageerde op het nu met een zogeheten "YouTube-o-theek", Maybe the Sky Is Really Green, and We're Just Colorblind. Het doorlopende project schudt en deelt beelden gevonden op het web, al dan niet gemanipuleerd middels montage. Een vervolg op dit project, dat je zowel als film kunt bekijken of waar je zelf doorheen navigeert, wordt op Impakt gepresenteerd. Ook maakt het onderdeel uit van Grimonprez' overzichtstentoonstelling, deze winter in het S.M.A.K. in Gent.
'Ik zocht de kamer af op zoek naar een prop, een wapen.' Grimonprez roept in zijn werk een universum van dubbelgangers op; een universum waarin elk mens, elk beeld, elke gebeurtenis een spiegel is van een ander. Een universum ook waarin je net zo goed met een prop als met een wapen kunt doden. Op je televisiescherm heeft echt of nep geen betekenis.
Bovenstaand stuk schreef ik voor de programmakrant van Impakt Festival 2011, waar Johan Grimonprez zijn WE-tube-o-theek presenteert. Impakt vindt tussen 2 en 6 november plaats op verschillende locaties in Utrecht.

21.10.11

THE IDES OF MARCH

18.10.11

Slagschaduw #5

Link
Trillend van de filmkoorts: al teveel gezien, te vaak en in doorwaakte nachten. Schaduwen op de muur. Flakkerende beelden in het achterhoofd. Af en toe haalt de cinefiele junk wel eens een beeld, een scène of zelfs een hele film door elkaar. Columnist Basje Boer doet het opzettelijk. Welke twee films doemen vannacht op in haar delirium?

5.
Blind spiegelbeeld

Hoogspanningsdraden tekenen zwart af tegen een strakblauwe lucht. Deze vrouw kijkt liever omhoog dan naar de weg voor zich, die eeuwigdurende weg die nergens heen leidt.

De blik die ze opvangt in de achteruitkijkspiegel vervult haar met walging. Het zijn haar eigen ogen, feller nog dan de lucht buiten. Met tape plakt ze de spiegel af - en daar blijft het niet bij. De zijspiegels bedekt ze met verfrommelde kranten. Het raam aan de passagierszijde gooit ze in met een steen die ze langs de weg heeft gevonden, haar eigen misselijkmakende weerspiegeling verbrijzelend. Ze veegt de glasscherven van de stoel. Op de achtergrond het gekrijs van meeuwen.

Van de achterbank haalt ze een pak tevoorschijn, gewikkeld in plastic. Het pak is zwaar, met moeite tilt ze het naar buiten. Ook het raam achterin de auto bedekt ze met kranten, vieze oude kranten met schreeuwerige koppen. Groot is het plastic pak niet. Maar een kind zou er wel in passen.

De motelkamer heeft bruine muren. In het midden van de kamer hangt een grote spiegel aan een touwtje. Ze draait de spiegel om. Ze wil verdwijnen in de kieren van de muren. Bedachtzaam loopt ze door de kamer. De tijd is gekomen.

In de badkamer kijkt ze in een met kranten bedekte spiegel en tekent een lijn rondom haar gezicht. Dan volgen de lijnen rond haar ogen. Ze pakt een mesje, een klein scherp mesje, en begint de lijnen op haar gezicht te volgen. Bloed druipt van haar lijkbleke gezicht. Ze wrikt onder de huid, zet aan alle kanten een klemmetje vast. Ze heeft geen spiegel nodig om te weten wat er onder die walgelijke verschijning verborgen zit. Met de ogen gesloten tilt ze de huid van haar gezicht.

Slagschaduw, oktober 2011
Lees (en bekijk) het juiste antwoord op de website van Schokkend Nieuws

9.10.11

De ugly cry

Op mijn zeventiende kreeg ik iets met een Vlaamse architect. In zijn krappe appartement in Amsterdam-Oost liet hij me Wim Mertens horen, ging ik voor het eerst op internet. Ik vond hem leuk, hij mij ook, maar iets klopte er niet.Degene die ik was strookte niet met degene die ik weerspiegeld zag in zijn ogen: het eigenzinnige meisje dat zijn stijve, saaie, Vlaamsearchitectenbestaan binnen kwam fladderen. Ik was geen bries verdomme, ik was zelf de nukkige kunstenaar met de ramen dicht.
Beginners,de nieuwste film van Amerikaanse indie-filmer Mike Mills, is een quasi autobiografisch relaas waarin verschillende verhaallijnen niet-chronologisch door elkaar heen lopen. Hoofdpersoon Oliver heeft het er maar druk mee. Hij wordt depressief,hij wordt verliefd. Hij verwerkt zijn jeugd, zijn relatie met zijn ongelukkige moeder en het overlijden van zijn pas uit de kast gekomen vader. In anderhalfuur tijd moet Mills al die verhoudingen, situaties, emoties en personages geloofwaardig en invoelbaar maken. Daartoe moet hij keuzes maken, en het eerste wat sneuvelt, is de persoonlijkheid van Olivers love interest Anna.
Dit is wat we van Anna te weten komen:ze praat weinig (tijdens haar eerste ontmoeting met Oliver is ze wegens ziekte zelfs helemaal niet in staat om te praten), ze lacht veel, ze is niet vies vaneen potje seks. Ook heeft ze een assortiment aan eigenaardigheden. Met Halloween verkleedt ze zich als Charlie Chaplin, in een tweedehandsboekwinkel kiest ze voor een autobiografie van Bergman-actrice Liv Ullman en in bed kan ze Oliver spontaan in zijn arm bijten. Anna is niet als andere meisjes, maakt Mills duidelijk. Nee, maar ze is wel precies hetzelfde als al die andere meisjes die niet als andere meisjes zijn. Quirky noem je ze, die vrouwen die gelijke delen tomboy en kindmeisje zijn, met de ondeugende glimlach van Amélie uit Le fabuleux destin d'Amélie Poulain. Meisjes die onbeschaamd gek dansen zoals Sam in GardenState, of naïef-schattig een loodzwaar liedje van The Smiths voor je zingenin de lift ("To die by your side is such a heavenly way to die"),zoals Summer in (500) Days of Summer.Dat het quirky meisje een mannenfantasie is, zit 'm niet in haar voorgevel of leeghoofdigheid maar in de vlakheid van haar karakter.
Zoals Anna's ogenschijnlijk slordige kapsel bij nader inzien verpletterend mooi zit, zo maakt ook haar enige slechte eigenschap haar juist des te aantrekkelijker. Anna heeft namelijk bindingsangst, een schattige kwaal, die bovendien geheel te wijten is aan haar claimerige vader. Sneu! Maar niet alleen haar hechtingsproblemen leiden tot tranen, nee ook onvervalst medeleven bezorgt Anna kopzorgen. Huilend openbaart ze aan Oliver: 'Je hebt al zoveel verloren, ik ben bang dat ik dat niet kan compenseren.' Weer een andere huilsessie, als onderdeel van een snelle montage die de romance tussen Anna en Oliver samenvat, wordt niet eens verklaard. Waarom ze huilt, doet er niet toe. Wat Mills wil overbrengen, is: Kijk hoe diep deze relatie gaat. En ook: Wat is ze mooi als ze huilt, met vochtige wangen die het licht van de maan prachtig vangen. Ja, dag. Zelfs de grootste romanticus heeft de mythe van de mooie huiler inmiddels doorprikt. Wij vrouwen janken met hysterische uithalen en rode ogen en snot.Zelfs de beeldschone Mélanie Laurent die Anna gestalte geeft, huilt in het echt de ugly cry. En niet uit compassie voor haar vriendje maar waarschijnlijk uit puur, menselijk egocentrisme.
Mills zadelt niet alleen Anna met vreemde gewoonten op, ook de overige personages hebben hun eigenaardigheden. Papa zegt "hallo" tegen levenloze objecten, Oliver en vriend Elliot spuiten raadselachtige graffiti, papa's vriendje brengt zijn minnaar insecten. Het zijn inwisselbare gewoonten, niet bedoeld om de personages vorm te geven maar om Mills' eigenzinnigheid te demonstreren. Er zit maar één gewoonte tussen die wél werkt.Olivers moeder, verreweg het leukste personage, demonstreert regelmatig haar dead pan cynische humor door te mimen dat ze de kleine Oliver omlegt, waarop die bloedserieus een sterfscène improviseert. Een mooi gevonden hebbelijkheid, die vooral werkt omdat deze mama'sgebreken - zwartgalligheid, depressiviteit, onaangepastheid - zo mooi illustreert, en het zijn die gebreken die van haar een mens maken. Ook Olivers personage komt tot leven omdat hij de dunne scheidslijn tussen aardig en irritant bewandelt. Van zijn vader en diens vriend ga je vooral houden omdat de eerste zo verschrikkelijk koppig is en de tweede zich door zijn minderwaardigheidscomplex laat leiden.
Waarom, vraag ik me af, is Anna niet zo'n ergerlijke eigenschap gegund? Ik moet denken aan Polly, Ben Stillers behoorlijk quirky liefje in de mainstream romkom AlongCame Polly. Jennifer Anniston speelt deze puinhoop van een vrouw die haar chaotische bestaan op de één of andere manier toch in balans weet te houden. Hoe kan het dat een pretentieloze komedie als AlongCame Polly een levensechter personage in het leven weet te roepen dan Mills,toch overduidelijk een gevoelige en eigenzinnige filmmaker?
Anna poept niet, dat moge duidelijk zijn. Polly wel. Polly is slordig, onhygiënisch, besluiteloos. Terugdenkend aan mijn jaren in de dating game was de Belg niet de enige bij wie ik me Anna in plaats van Polly voelde. Er was ook een Amerikaan, een Brabander, een Hagenees. Hun adoratie was even vleiend als ongemakkelijk. Ik verkrampte, bang dat mijn echte, van gebreken vergeven ik hun fantasie zou verbrijzelen. Op de wc, daar in Amsterdam-Oost, poepte ik niet,maar huilde stiekem de ugly cry.

Beginners
Mike Mills, 2010

Vanaf 13 oktober in de Nederlandse filmtheaters

27.9.11

Binnenkort in Delicatessen

Elke tweede woensdag van de maand: Kino Korner in Delicatessen! Met de komende maanden achtereenvolgens vampierfilm Near Dark, komedie Kicking & Screaming en praatfilm My Dinner with Andre.

Meer over Delicatessen lees je hier.

19.9.11

SUBMARINE

14.9.11

LIVING IN OBLIVION


Vanavond in Delicatessen: de komedie Living in Oblivion (1995) van Tom DiCillo, een film over het maken van een film met Steve Buscemi in de hoofdrol.

Deur open vanaf 20.30, aanvang film is 21.30. Kost 4,-.
Meer informatie op de site van Delicatessen.

Ik vertoon elke tweede woensdag van de maand een film. Komende maanden volgen nog Kathryn Bigelows vampierfilm Near Dark, Noah Baumbachs debuut Kicking and Screaming en Louis Malles My Dinner with Andre.

13.9.11

Slagschaduw #4


Trillend van de filmkoorts: al teveel gezien, te vaak en in doorwaakte nachten. Schaduwen op de muur. Flakkerende beelden in het achterhoofd. Af en toe haalt de cinefiele junk wel eens een beeld, een scène of zelfs een hele film door elkaar. Columnist Basje Boer doet het opzettelijk. Welke twee films doemen vannacht op in haar delirium?
4.
Het hoofd dat niet dood wil

Verspreid over de roodpluchen stoelen zitten mannen in pak, hun naam geplastificeerd aan hun colbert geklikt. Ze zijn licht verveeld en toch benieuwd. Twee mannen nemen plaats achter het bureau dat op het podium staat.

Moet ik mijn ogen sluiten? Maakt niet uit. Denk aan iets, aan wat dan ook. De linkerman denkt na, hij weet het al. Hij haalt zijn neus op, hij is verkouden. Hij weet niet wat hem te wachten staat, hij dacht niet na toen hij zich opgaf. Niemand anders wilde, iemand moest het tenslotte doen. De mannen in pak kijken toe, onderuitgezakt maar met interesse, hun handen gevouwen onder hun kin.

Gedachten gaan van links naar rechts als woorden, de man rechts leest mee met wat zijn buurman denkt. Verontrust, zijn blik. De ander ingespannen. Het publiek verzit. De mannen hijgen nu, trekken met hun hoofd, worstelen zonder aan te raken. De man links is aan het winnen. Hij glimlacht met zijn ogen dicht.

Het spel is uit. De overwinnaar grijpt het hoofd van de verliezer met beide handen vast. Het lacht, dat blauwe hoofd. Het lacht alsof het nog een lichaam heeft, het lacht en het praat. Zijn overwinnaar beaamt, verbaasd. Het lacht mee, wat kan je anders doen?

Tenslotte laat de man zich vallen, ongelovig en verbijsterd tegelijk. Dat hoofd, dat hoofd dat niet dood wil, stijgt gierend van het lachen op. Gillend kruipt de man verder, weg van het hoofd. Hij weet op te krabbelen maar het hoofd maakt een duikvlucht, tuimelt door de lucht en bijt de man in zijn bil.

De man krijst, het hoofd bijt nog eens. Met een stoot van de heupen werpt de man het af. Het hoofd tuimelt en valt, eindelijk zijn dood tegemoet.
Slagschaduw, september 2011
Lees (en bekijk) het juiste antwoord op de website van Schokkend Nieuws

4.8.11

Slagschaduw #3


Trillend van de filmkoorts: al teveel gezien, te vaak en in doorwaakte nachten. Schaduwen op de muur. Flakkerende beelden in het achterhoofd. Af en toe haalt de cinefiele junk wel eens een beeld, een scène of zelfs een hele film door elkaar. Columnist Basje Boer doet het opzettelijk. Welke twee films doemen vannacht op in haar delirium?
3.
Het oog dat alles ziet

Een oog opent. Muziek speelt zachtjes op de radio, galmt door de ruimte als een eindeloze echo. Met een klik gaat de camera aan.
Een man. Hij komt behoedzaam dichterbij. Een vrouw. Heupwiegend en wachtend op hem. Ze draait zich om, verveeld. Ze weet wel wat hij wil. Ze heeft alles al gezien, denkt ze. Maar niet dit.
Ze gaat hem voor op de trap, voor haar is het routine. Ze zet de kachel aan, gaat zitten op het bed, begint zich uit te kleden. Hij kijkt toe terwijl ze haar rok open ritst. Zijn hand gaat niet voor haar mond – nee, hij zou haar niet aanraken. Zijn hand gaat voor de lens van de camera en even is alles zwart. De radio gaat uit met een – plons.
Een mes wordt getrokken. ‘Een oog voor een oor, oké,’ zegt hij. En hij gebaart: kom dichterbij. Ze doet wat haar gevraagd wordt. Ze is niet anders gewend.
‘Haal adem.’ Hij telt af. ‘Vijf, vier, drie, twee, één.’ Een licht verschijnt op haar gezicht. Hij filmt haar gil, haar opengesperde mond, met een oog dat alles ziet.

Terwijl zij de ogen stijf gesloten houdt, klinken er geluiden op de achtergrond. Iets passeert, maar ze ziet niet wat. Ledematen, een hoofd, bloed. De hand die haar vasthield, laat plotseling los.
Ze durft haar ogen niet te openen, nog niet. Dan ziet ze het meisje, haar redder. Een glimlach die de hare beantwoordt.
Camera uit, projector aan.
Slagschaduw, augustus 2011
Lees (en bekijk) het juiste antwoord op de website van Schokkend Nieuws

16.7.11

F FOR FAKE


Vanavond in Delicatessen (A'dam): F for Fake van Orson Welles, een speelse documentaire/ mockumentary over de wereld van echt en nep. De ingenieuze en ook erg grappige film was ongetwijfeld van grote invloed op Banksy's Exit through the Gift Shop.

De deur gaat om 20.30 open, de film begint om 21.30. Het kost 4,- voor één film en 10,- om de hele maand naar de Delimovie Summerclub te gaan (3x film per week).

Volgende week vertonen we op woensdag Trees Lounge, van en met Steve Buscemi.

Meer informatie op Delicatessen.

9.7.11

Slagschaduw #2


Trillend van de filmkoorts: al teveel gezien, te vaak en in doorwaakte nachten. Schaduwen op de muur. Flakkerende beelden in het achterhoofd. Af en toe haalt de cinefiele junk wel eens een beeld, een scène of zelfs een hele film door elkaar. Columnist Basje Boer doet het opzettelijk. Welke twee films doemen vannacht op in haar delirium?

2.
Vergeef me, Vader

Ze gaat op kousenvoetjes, de vrouw in het blauw, door het gangpad richting het altaar. Ze slaat een kruisje, loopt dan verder. Ze steekt een kaars aan en knielt neer bij Maria en kind. Het griezelige beeld spiegelt haar eigen verschijning – ook zij is moeder, niet van een kind maar van het ding dat binnenin haar leeft.
De kerk heeft geen ramen. TL-lampen verlichten de natte vloeren en de reclameborden aan de muur. Diep onder de grond komt niemand, zelfs niet in het huis van God. De vrouw kijkt op, iets trekt haar aandacht. Daarachter is iemand. Daarachter baadt een man in een kunstmatig licht, als een enkele speler in een theaterstuk.

Ze lacht als ze hem ziet, een onbedaarlijke lach die overgaat in hijgen, schreeuwen, grommen, krijsen. De vrouw in het blauw wankelt op haar kousenvoetjes, ze slingert en valt neer onder de bebloede voeten van Jezus aan het kruis.

Heel kalm draait de zoon van God zijn gezicht en kijkt haar aan, de vrouw in het blauw die stuiptrekkend aan zijn voeten ligt. Zijn blik is berustend, zijn lichaam glanst van het leven en de jeugd. Hijgend neemt de vrouw zijn doorboorde voeten in haar handen, drukt er zacht een kus op. Haar handen glijden over zijn gladde benen, helemaal naar boven toe.

Dan tolt de vrouw op haar voeten, komt hard neer op de grond. Bezeten van het licht van Jezus en de duisternis die brandt binnenin, rolt ze om en om, schopt met haar benen en trekt met haar hoofd. Vocht en bloed vloeien langs haar lijf, uit haar mond en tussen haar benen. Haar ogen zijn wijd open maar zien niets. Het kwaad dat in haar leeft, laat zich niet bekijken.

Galmende voetstappen naderen. Vergeving komt met een enkele blik. De vrouw in het blauw kijkt de non even in de ogen. Dan steekt ze haar handen in haar zakken, zucht en loopt door.
Slagschaduw, juli 2011
Lees (en bekijk) het juiste antwoord op de website van Schokkend Nieuws

Link

Slagschaduw #1



Trillend van de filmkoorts: al teveel gezien, te vaak en in doorwaakte nachten. Schaduwen op de muur. Flakkerende beelden in het achterhoofd. Af en toe haalt de cinefiele junk wel eens een beeld, een scène of zelfs een hele film door elkaar. Columnist Basje Boer doet het opzettelijk. Welke twee films doemen vannacht op in haar delirium?
1.
Afspraak met de eeuwigheid

Grind knispert onder traag roterende autobanden. De wagen houdt stil, een man stapt uit. Een vreemd gevormd gebouw tekent zich af tegen de roze avondhemel. Achter de eindeloze rijen met ramen glinstert licht, als robijnen in een verlovingsring. Dit is het huis waar de man moorden zal, waarin hij sterven zal – lang leeft hij toch niet meer.
De duisternis heeft de ruimte opgedeeld in vlakken wit en zwart, waartussen de man zich beweegt als een schaakstuk. Rotte vogels aan de muur vangen het licht van de maan, dat langgerekte schaduwen van hun vleugels maakt. Het oneindig zwart van hun niets ziende ogen slokt het schijnsel op. Het herinnert de man aan de eeuwigheid waarnaar hij zo diep verlangt.
Een zakelijke vrouwenstem kondigt zijn komst aan via de intercom. Het antwoord is kort: ‘Wat kom je doen?’ De man grijnst. De dood, denkt hij. Ik kom uit naam van de dood. Cupido schiet een pijl af, zijn ogen dood als die van de vogel. Boven gaat een deur open. Het licht van tientallen kaarsen spreidt zich uit over de drempel als een vlek. De dood is welkom, schaakmat. ‘Kom maar boven’ klinkt het uit de intercom.
De man bestijgt de trap in een kalm maar trefzeker tempo, de treden zuchtend onder zijn stap. Een uil draait mechanisch zijn kop om, een schaduw neemt zijn vlucht. Er valt een donker gat in de oase van kaarslicht op de vloer: het silhouet van een vrouw. Maar is zij wie ze zegt dat ze is? En is hij wie hij lijkt te zijn, een mens van vlees en bloed.
‘Wat is het probleem?’ vraagt de vrouw. De man pakt haar gezicht, kust haar ogen dicht met zijn vingers. ‘De dood,’ zegt hij verdrietig. Haar mes komt neer met een ferme haal. Hij wankelt, valt achterover van de trap. Het wapperen van haar ochtendjas terwijl zij hem achterna gaat, gaat synchroon met het flikkeren van het licht: blauw, wit, blauw, wit, blauw, wit tot in de eeuwigheid.

Slagschaduw, juni 2011
Lees (en bekijk) het juiste antwoord op de website van Schokkend Nieuws

(UNTITLED) / HOWL

Subbacultcha, juni 2011

THE KILLER INSIDE ME

Hoeveel films ik ook kijk, het is nooit genoeg. Heb ik de ene klassieker net op dvd gezien, dan ren ik al weer naar het filmtheater voor het allernieuwste meesterwerk. Heb ik net een vergeten juweeltje gezien in Het Filmmuseum, dan tipt een bevriende filmliefhebber al weer de volgende must see. Filmhuis, televisie, koopdvd, bioscoop, videotheek, filmfestival en video on demand: overal kom je als filmliefhebber tegenwoordig aan je trekken. Maar het voldane gevoel dat komt met de eindtitels van een goede film, is altijd maar van korte duur.
Mijn liefde voor film begon zich te ontwikkelen toen ik een jaar of veertien, vijftien was. Elke film die ik destijds zag, was een wonder op zich. Mijn kennis van cinema beperkte zich tot Disney, Mel Brooks en Flodder, dus geen van de nieuwe films die ik halverwege de jaren ’90 zag – Chungking Express, Heavenly Creatures, Pulp Fiction, The City of Lost Children – kon ik in een context plaatsen. Elke film weer even opwindend, verontrustend, verbazingwekkend, uniek.
Nu is dat anders. Nu zie ik verbanden tussen verschillende films, kan ze met elkaar vergelijken en ze, kortom, een stuk beter duiden. Maar die kennis heeft zeker ook een keerzijde. Hoe meer films ik zie, hoe meer ze op elkaar gaan lijken. Hoe kritischer ik word. Hoe verwender ik word. Hoe groter het verlangen wordt naar die verwondering uit mijn jeugd. En dat verlangen kan allang niet meer gestild worden door een film die eenvoudigweg “goed” is. Kwaliteit alleen is niet voldoende om de filmhonger van deze veelvraat te stillen. Een film moet ánders zijn. Vernieuwend het liefst. Ik wil iets zien wat ik nog niet eerder gezien heb, zoals het was toen ik vijftien was.
The Killer inside Me is niet de beste van de film van 2010 maar wel een van de meest opwindende – en zeker een van de meest controversiële. In Winterbottoms inktzwarte neo noir zet acteur Casey Affleck zijn babyface en piepstem in om van anti-held Lou Ford een echte engerd te maken. In een stoffig Texaans stadje ergens in de jaren ’50 klopt deze hulpsheriff bij een hoertje aan om haar te verzoeken haar zaken elders voort te zetten. In de scène die volgt, zijn seks, geweld en liefde op schokerende wijze met elkaar verweven. Maar Ford is niet in staat om lief te hebben, zo zal snel blijken. Voor hem zijn haat en liefde één. Een klassiek misdaadplot ontvouwt zich waarbij Ford steeds meer in het nauw gedreven raakt. Maar wij weten allang dat Ford niet moordt omdat hij zijn hachje moet redden. Hij moordt omdat hij een moordenaar is.
The Killer inside Me is een stijlvolle en intelligente thriller enerzijds en een somber stemmend inkijkje in de meest duistere kant van de mens anderzijds. En ja, het is een heel gewelddadige film. Tegenwoordig zijn we zo gewend geraakt aan beelden van geweld dat de impact ervan inmiddels minimaal is. Een revolver laat niet meer achter dan een klein rond gaatje waar zelfs geen bloed mee is gemoeid. Michael Winterbottom pakt dat anders aan: hij laat zien hoe afstotelijk en misselijkmakend geweld is. Het maakt van The Killer inside Me een film om niet meer te vergeten. Een film ook om de honger weer eventjes mee te stillen.
Tip van Basje, november 2011
Website Filmtheater De Fabriek

THE TREE OF LIFE

Subbacultcha, juni 2011

ATTENBERG


Subbacultcha, mei 2011

ANOTHER YEAR

Tom en Gerri – spreek het hardop uit en je weet dat deze namen bij elkaar horen. Net als de gelijknamige personages uit Another Year zijn ze onafscheidelijk.
Tom en Gerri vormen een Brits echtpaar van middelbare leeftijd. Hun geluk vormt een schrijnend contrast met het lot van hun vrienden. Eenzame Ken kampt met overgewicht en alcoholisme. Toms broer is net weduwnaar geworden en heeft zijn zoon in geen jaren meer gezien. Maar het meest hartverscheurend is Gerri’s collega Mary, een dellerig geklede neuroot met een klein hartje, magistraal vertolkt door Lesley Manville. Na haar hart aan een reeks aan foute mannen te hebben verpand – dat is althans de suggestie die wordt gewekt – heeft zij nu een oogje op Joe, de veel jongere zoon van Tom en Gerri. Wat aanvankelijk een wat misplaatste flirt lijkt, verandert gaandeweg in een wanhopige verliefdheid.
Mike Leigh is een van de meest relevante chroniqueurs van de Britse maatschappij. Zijn oeuvre kun je onder de noemer Brits sociaal realisme scharen, al hebben zijn films niet de doorzichtige politieke lading waar je dat genre mee associeert, zoals de films van Ken Loach bijvoorbeeld. Leigh predikt niet, hij registreert. En wat hij registreert, is het alledaagse leven van de alledaagse Brit uit de middle of working class.
Leighs meest rauwe, compromisloze film is ongetwijfeld Naked (1993). Ik zag ‘m toen ik zestien of zeventien was, toen ik zelf ook nog rauw en compromisloos was. Hoofdpersoon Johnny, met zijn eindeloze monologen en theorieën, was mijn held. Zijn tocht langs vele treurige personages was het avontuur dat ik wilde beleven. Een paar jaar geleden zag ik de film terug. IJzersterk was-ie nog steeds maar Johnny was geen held meer. Hij bleek een loser. Een sympathieke loser misschien maar een loser desalniettemin. En zijn avontuur was een laffe vlucht uit de realiteit. Wat is de wereld toch zwart/wit als je jong bent. Nuanceren is een trucje dat komt met de tijd.
Toch kan ik niet alleen de tijd de schuld geven van mijn jeugdige misinterpretatie, realiseer ik me nu. Leigh heeft me erin geluisd. Zijn personages balanceren tussen sympathiek en onsympathiek. Je haat ze maar leeft wel met ze mee. Je vindt ze geweldig, ondanks hun verachtelijke daden. En dat subtiele spel met ambigue personages is Leigh met de jaren beter gaan spelen. Nuanceren is een trucje dat komt met de tijd, geldt ook voor filmmakers.
Uiteindelijk blijkt ook Another Year minder feel good dan je aanvankelijk dacht. Seizoenen komen, seizoen gaan: weer een jaar voorbij en niets is veranderd. Het enige dat wijzigt, is je mening. Zijn Tom en Gerri wel zo onbaatzuchtig als ze lijken? En is eeuwig slachtoffer Mary je medelijden wel waard? Mike Leigh geeft geen eenduidige antwoorden, hij registreert. En levert met Another Year een hoogtepunt uit zijn oeuvre af.

Tip van Basje, februari 2011
Website Filmtheater De Fabriek

ERASERHEAD

Subbacultcha, maart 2011

PLEASE GIVE

Subbacultcha, september 2010

BLACK SWAN

Op een zaterdagavond cross ik op mijn fietsje naar Kriterion voor de late voorstelling van Black Swan. De film is net twee dagen uit en hartstikke uitverkocht. Ook in de andere Amsterdamse filmtheaters is het een gekkenhuis met een overload aan publiekstrekkers die net in roulatie zijn gegaan. Bij Rialto, waar ik net het minder populaire maar prachtige La Quattro Volte heb gezien, staat er een rij tot buiten de deuren.
Met Black Swan-regisseur Darren Aronofsky heb ik nooit veel gehad. Zijn debuut Pi, een vreemd werkje over een paranoïde wiskundige, kon ik nog wel waarderen, al deed het me wel wat geforceerd cult aan. Aronofsky’s tweede, de visuele kermisattractie annex drugsdrama Requiem for a Dream, mag bij velen dan wel hoog in het favorietenlijstje staan, persoonlijk ergerde ik me er wild aan. Aronofsky volgde nog met The Fountain – een flop bij zowel pers als publiek – en The Wrestler, die dan wel weer op mooie recensies en grote prijzen mocht rekenen. Zowel Aronofsky als hoofdrolspeler Mickey Rourke maakten een glansrijke comeback met die film. Ik was intussen al afgehaakt. Maar toen werd Black Swan aangekondigd. Een psychologische horror tegen de achtergrond van het klassieke ballet, het is een uitgangspunt waarmee je verschrikkelijk uit de bocht kan vliegen of juist nieuwe hoogten bereikt. Of te wel: een draak of een meesterwerk. Ik was direct geïntrigeerd.
De zaal begint vol te stromen. De leeftijd ligt hoog, vind ik, voor een filmtheater als Kriterion. Een dag eerder heb ik nog een vriend gesproken die Black Swan helemaal niks vindt. Meesterwerk of draak: wat zal het worden? Iets er tussenin is niet mogelijk, weet ik. Ik zal deze film haten of liefhebben, een tussenweg is er niet. De lichten gaan uit. Black Swan opent met een prachtige droomscène waarin hoofdrolspeelster Natalie Portman, helemaal op haar plek als frêle balletdanseres, belaagd wordt door een monsterlijke bruut. De toon is gezet maar ik weet nog niet wat het gaat worden: haat of liefde. Verrast Aronofsky me of komt het nooit meer goed tussen ons?
Het duurt ruim een halfuur wikken en wegen voordat ik het weet: dit is een meesterwerk. Een dik aangezet horrorsprookje dat even spannend als grappig is. Een operateske achtbaanrit. Een film met een knipoog waarin toch ook plek is voor geloofwaardige emoties. Op de terugweg heb ik wind tegen maar ik fiets iedereen voorbij: een goeie film geeft je energie. Thuis kruip ik achter mijn computer om na te lezen wat de Nederlandse critici van Black Swan vinden. Het NRC Handelsblad heeft een groot stuk geplaatst waarin filmrecensenten Peter de Bruijn en Coen van Zwol de discussie met elkaar aangaan. De één geeft twee sterren: draak. De ander vijf: meesterwerk. Een middenweg is er niet.
Tip van Basje, maart 2011
Website Filmtheater De Fabriek

Inleiding over Woody Allen

Ergens rond 2000 begon-ie: mijn Woody Allen-verslaving. Kort maar hevig. Dat ik zijn films vervolgens jarenlang links had laten liggen, realiseerde ik me eigenlijk pas toen De Fabriek mij vroeg om een inleiding over de iconische Amerikaanse filmmaker te geven. Plotseling zat ik weer in de bioscoop bij een Woody Allen, voor het eerst in zes jaar tijd. En het was niet zomaar een Woody Allen, het was You Will Meet a Tall Dark Stranger: zijn veertigste film. Want de man mag dan wel 75 zijn, hij levert nog steeds een film per jaar af.
Eigenlijk had ik geen betere film kunnen uitkiezen om mijn Woody Allen-verslaving nieuw leven mee in te blazen. You Will Meet a Tall Dark Stranger is namelijk classic Allen: een relatiekomedie waarin veel van de thema’s uit Allens omvangrijke oeuvre de revue passeren: overspel, fraude, gerechtigheid, de angst voor de dood. Laat ik vooropstellen dat het een hele vermakelijke film is, eentje met mooie rollen, hilarische dialogen en onverwachte verwikkelingen. Maar de Allen-kenner ziet er meer in. Die herkent in elk verhaallijntje wel een andere Allen-klassieker. De relatie met een jonge vrouw: Manhattan. De speling van het lot: Match Point. De ordinaire dame: Mighty Aphrodite. Vreemdgaan: Annie Hall, Husbands and Wives, Hannah and Her Sisters: overspel komt in zo’n beetje elke Woody Allen-film voor.
You Will Meet a Tall Dark Stranger had door niemand anders dan door Woody Allen gemaakt kunnen worden, zoveel was duidelijk. Zijn stempel stond op elke scène, elk personage, elke wending. Geweldig vind ik dat, als alles wat je doet zo eigen is. Maar ik wilde ook wel advocaat van de duivel spelen. Vertelt die ouwe Allen niet gewoon keer op keer hetzelfde verhaal? vroeg ik me af. In de daaropvolgende twee weken deed ik een aardige poging om de resterende 39 films uit Allens oeuvre te bekijken. En ik kan nu concluderen: ja, de filmmaker vertelt keer op keer hetzelfde verhaal. Maar hij doet dat steeds op zo’n andere manier, en met zulke andere middelen, dat er van sleur geen sprake kan zijn. Shadows and Fog is een filosofisch sprookje in de stijl van het Duitse expressionisme. Zelig is een hilarische nepdocumentaire. Everyone Says I Love You is een musical, Deconstructing Harry een keiharde satire, Manhattan puur drama. En toch zijn het stuk voor stuk typische Woody Allen-films. Niet alleen thema’s keren terug maar ook acteurs, situaties, personages en zelfs hele zinnen. ‘Whatever Works,’ zegt Sydney Pollack aan het einde van Husbands and Wives, een zin die later de titel van Allens 39e film zou worden. Ik ben niet per se mooi, zegt Anjelica Huston in Manhattan Murder Mystery, ik ben vooral sexy. Twaalf jaar later zou Scarlett Johanson die zin in Match Point herhalen.
In You Will Meet a Tall Dark Stranger zitten twee van mijn favoriete Woody Allen-thema’s. Het eerste thema is bedrog. Bij Allen krijgt bedrog de vorm van overspel – ik noemde het al eerder – of criminaliteit. Bedrog kan zelfs de vorm aannemen van een menselijke kameleon. In Zelig kruipt Allen in de rol van een man die zichzelf wegcijfert – letterlijk! Als hij onder rijkelui is, verandert hij in een miljonair. Maar als hij in de keuken bij het personeel zit, is hij een eenvoudige arbeider. Zijn minderwaardigheidscomplex neemt zelfs zulke extreme vormen aan dat als hij in de buurt van Chinezen is, hij fysiek Chinees wordt. Of dik. Of zwart. En bedriegt daarmee zelfs zichzelf. In You Will Meet a Tall Dark Stranger is het een schrijver die zich tot fraude verlaagt. Ik zal er niet te veel over verklappen maar het verhaallijntje doet vaag denken aan Allens Bullets over Broadway, waarin een intellectuele maar weinig getalenteerde toneelschrijver zich laat helpen door een dommekracht van een gangster die wèl een neus voor taal heeft. Waarom keert Allen steeds weer terug naar het thema bedrog? Het antwoord ligt in zijn gevoel van minderwaardigheid. Een onzekere man kan niet geloven dat hij de liefde van een vrouw waard is. Een onzekere regisseur kan niet geloven men zijn films prijst. Morgen val ik door de mand, denkt hij. Dan ziet iedereen dat mijn talent niets voorstelt. Woody Allen voelt zich, kortom, een bedrieger. In Everyone Says I Love You wordt Julia Roberts alleen maar op hem verliefd omdat hij zich voordoet als haar ideale man. Als de verliefdheid wegebt, realiseert hij zich dat hij beter zichzelf had kunnen blijven. Perfectie gaat op den duur immers vervelen.
Een ander vast element in de films van Woody Allen is het verlangen naar wat je niet kunt krijgen. Ben je vrijgezel, dan wil je die ene mooie vrouw voor je winnen. Maar eenmaal getrouwd, wil je vrij zijn. In You Will Meet a Tall Dark Stranger heeft Naomi Watts een heimelijk oogje op haar aantrekkelijke baas. En intussen flirt haar man met de knappe overbuurvrouw. Maar wat gebeurt er als hij haar eenmaal voor zich zou winnen? De vrouwen aan de overkant zijn even knap als het gras bij de buren groen is. Iets soortgelijks gebeurt in Hannah and Her Sisters. Michael Caine heeft een perfect huwelijk met Mia Farrow maar intussen kan hij zijn ogen niet van haar zus afhouden. Het komt uiteindelijk tot een affaire, kort en stormachtig, waarna hij tenslotte toch voor zijn vrouw kiest. Maar in de slotscène van de film realiseer je je dat hij eigenlijk helemaal niet voor zijn perfecte huwelijk kiest; hij kiest ervoor om de zus van zijn vrouw van een afstand te begeren, in plaats van in het echt. Hij kiest voor het verlangen.
Voor een komiek is Woody Allen eigenlijk behoorlijk nihilistisch. Niet zelden geven zijn films, hoe licht van toon ze ook zijn, een diep melancholisch gevoel. Het leven is niet vrolijk, probeert Allen ons duidelijk te maken, maar we kunnen er allicht om lachen.

Inleiding bij You Will Meet a Tall Dark Stranger / Annie Hall
Filmtheater De Fabriek, 2011

THE ILLUSIONIST

Subbacultcha, augustus 2010

INCEPTION

Subbacultcha, juni 2010

MR. NOBODY

Subbacultcha, juni 2010

Rooie oortjes, droge ogen

Rooie oortjes, droge ogen 
Opgroeien met seksscènes 

Als groot liefhebber van films enerzijds en seks anderzijds, lag het in de lijn der verwachting dat de twee elkaar eens zouden ontmoeten. Terugdenkend aan de films die ik in mijn leven gezien heb; aan alle fantastische openingsscènes, slotscènes, sleutelscènes, romantiek, geweld en intrige, kom ik tot de schokkende ontdekking dat ik me amper een seksscène kan herinneren. De weinige scènes die ik me wèl voor de geest kan halen, moeten dan wel grote indruk gemaakt hebben, zou je zo zeggen.
Ik word, na vele slapende Disney-jaren met Bambi, Sneeuwwitje en Taran en de Toverketel, op 9-jarige leeftijd geboren als filmliefhebber, bij het zien van Midnight Express.

Een Amerikaan zit achter Turkse tralies. Heimwee overmant hem als hij zijn knappe vriendin, met pluizig blond jaren ’70-haar, in de bezoekersruimte ziet verschijnen. Maar het aanzicht van het haar is hem niet voldoende, hij wil meer van haar zien. Het bloesje gaat open en er komt een borst tevoorschijn. In mijn herinnering is de borst peervormig en rood, met een rare gladde tepel erop. Ik, een pre-puber die met grote interesse de blootfotoboekjes leest die helemaal achterin in de bibliotheek staan, zit bij mijn oma op de bank me enorm te generen. De blondine drukt haar borstje tegen het glas dat haar van haar vriendje scheidt en hij likt eraan, gaat er helemaal los op, op dat glas met die tiet erachter. Ik doe waarschijnlijk alsof ik in mijn Floortje Bellefleur aan het lezen ben, terwijl mijn oma onbewogen naar het scherm staart.
Ik ben vijftien en alto. Het is tenslotte 1995 en grunge is the word. Dat tijden veranderen, weet ik dan nog niet. Mijn moeder, beste vriendin en ik gaan naar Wong Kar-Wais Chungking Express in Cinecenter. Ik kan me herinneren dat de film indruk op me maakt. Ik kan me California Dreamin’ herinneren, van The Mama’s & the Papa’s. Ik kan me een blonde pruik herinneren, een blikje ananas, veel slow motion en groen TL-licht. Op de terugweg rennen mijn vriendin en ik voor mijn moeder uit, springen op paaltjes, zingen No Rain van Blind Melon. We mogen dan wel legerjasjes dragen maar we zijn nog kinderen. Een dag later horen we dat Blind Melon-zanger Shannon Hoon op dat moment een fatale drugsoverdosis nam. Tijden veranderen. Later zie ik Chungking Express nog een keer. De plot over een meisje dat inbreekt bij de man op wie ze verliefd is, kwam me alleszins bekend voor. Dat ze op zijn bed aan het masturberen slaat, dat was ik volstrekt vergeten. Of, wat waarschijnlijker is, dat had ik netjes verdrongen. Jammer, want hoewel mannen om de haverklap aan zichzelf lopen te sjorren op het witte doek, slaat de vrouw slechts zelden de hand aan zichzelf. Gelukkig heeft Sex & the City die scheve verhouding later weer aardig rechtgezet.
Zo werkt het geheugen dus. Ik moet nog regelmatig, en op de meest onverwachte tijden, terugdenken aan een vies broodkorstje dat ik op mijn vijfde at. Van mijn eerste kus daarentegen, tien jaar later, kan ik me nagenoeg niets herinneren. De masturbatiescène uit Chungking Express was weliswaar volledig uit mijn geheugen gewist, een andere scène, eentje die ik eerder dat jaar zag, is altijd door mijn kop blijven jagen. Ik heb het over Heavenly Creatures, nog steeds de beste film die Peter Jackson heeft gemaakt (en ja, dan reken ik die ene fantasy-trilogie ook mee). Om precies te zijn, ik heb het over de scène waarin de eeuwig norse Pauline ontmaagd wordt. Het beeld van de magere student die zwetend en hijgend en piepend van opwinding boven Pauline hangt, heeft zich destijds vastberaden in mijn geheugen gehaakt. Haar aversie voor de jongen is door Jackson zo akelig invoelbaar gemaakt dat het ongetwijfeld van invloed is geweest op mijn eigen latere liefdesleven. Zo kon het ook zijn, wist ik toen. Soms hebben vrouwen seks om redenen die niets met lust te maken hebben.
In 1995 is alles nog nieuw. Met elke film, elk boek, elke plaat en optreden kom ik iets meer over de wereld te weten; over kunst en schoonheid, over menselijke verhoudingen. Maar ik word ouder. Ik heb seks om de verkeerde redenen, sla de hand aan mezelf, druk mijn borstje tegen glas of euh, bij wijze van spreken dan. Films bieden geen inzichten meer, enkel herkenning. Maar in mijn hoofd blijft Pauline altijd tiener en wordt ze, op de soundtrack van Johns ritmisch kreunen, keer op keer ontmaagd. 

De Optimist, 2010

LIFE DURING WARTIME


Subbacultcha, juni 2010

FANTASTIC MR. FOX

Subbacultcha, mei 2010