Ballen
Ik lees een interview met Kelly Reichardt, de onafhankelijke Amerikaanse filmmaker wiens meest recente film Meek's Cutoff momenteel in de Nederlandse filmtheaters draait. Nog beter dan die film vind ik Wendy and Lucy,
uit 2008. Dat Reichardt met een klein budget werkt, is evident, maar ze
weet van die nood een deugd te maken. Kleine films maakt ze, klein
verteld en klein gespeeld. Maar haar thema's zijn groots - en het effect
ervan ook.
De interviewer vraagt Reichardt of ze niet liever met een hoger
budget werkt, als ze eenmaal een zekere mate van succes heeft bereikt.
Reichardt raakt geïrriteerd, vooral het woord "succes" stoort haar. Ze
vraagt de interviewer wat hij onder succes verstaat, want ze vindt
zichzelf succesvol zat. Ze werkt als filmdocent, heeft volledige
artistieke vrijheid als regisseur. Ze werkt juist graag met een laag
budget. Hoe meer vingers in de pap, hoe lastiger het is je eigen stempel
op een film te drukken, stelt ze.
Maar een gebrek aan geld drukt natuurlijk óók op de kwaliteit van de
film. Minder geld betekent ook een minder professionele cast en crew,
minder goede apparatuur, minder tijd. In een ander stuk, waarin
Reichardt wordt geïnterviewd door collega-regisseur Gus Van Sant,
vertelt de filmmaakster dat ze zelf haar zware filmprint naar Californië
brengt, omdat er geen geld is om die te versturen. Het is zo intiem op
de set, vertelt ze, de grens tussen cast en crew is miniem. Iedereen
draagt zijn steentje bij. Aan de andere kant, voegt ze daar plotseling
aan toe: Ze zou zo graag de camera eens verplaatsen.
Meek's Cutoff is een nagenoeg perfecte film. Maar wat had ik die camera graag eens zien bewegen. En dan heb ik het niet over crane shots of helikoptershots, dan heb ik het over een track shot op een stukje rails, of een eenvoudige pan. 'It's really hard to stay small, actually,' zegt Reichardt.
Waar blijven die vrouwen toch, vraag ik me bijna dagelijks af. Waar
blijven de begenadigde songwriters, de grensverleggende kunstenaars, de
schrijfsters die er schijt aan hebben? Als ik een film als Meek's Cutoff zie,
weet ik: een gebrek aan talent is het toch niet. Als ik zo'n interview
lees, denk ik: is het een gebrek aan lef? Zit de vrouw voor eeuwig in
die grot, baby's te zogen en bessen te plukken terwijl de manbeesten
terrein verkennen, grens verleggen, de dood dagelijks in de ogen kijken?
In de VPRO Gids staan de twaalf Nederlandse albums die genomineerd
zijn voor een 3voor12award. De enige vrouw die ertussen zit, is de titel
van Faberyayo's album: Coco. We zitten in die grot, wij vrouwen, en we
vinden het wel best. Het talent is er, zeker weten. Het is het gebrek
aan ballen dat ons nekt.