29.8.12

MIDNIGHT IN PARIS / MANHATTAN

Tussen Manhattan en Parijs




 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Parijs, heden. Toeristen bevolken de terrassen, fransozen spelen jeu de boules. Het is warm maar niet heet. Het is bewolkt. Het begint te regenen. Aan de Champs-Élysées worden de paraplu's opgestoken. Tenslotte valt de avond. Het laatste beeld dat we te zien krijgen, is dat van een fonkelende Eiffeltoren. De titel die in beeld verschijnt, is tegelijk een tijdsaanduiding. We kijken naar de openingsscène van Woody Allens nieuwste film: Midnight in Paris.
            Manhattan, ruim dertig jaar eerder. Hoekige gebouwen, opgebroken straten. Een paardenkoets die door de sneeuw trekt, B-R-O-A-D-W-A-Y in oplichtende letters. Hopen vuilnis, mensenmassa's, was die aan de lijn hangt te drogen. De zon gaat onder achter Central Park, een jongen kust een meisje. En dan: vuurwerk tegen de skyline. Allens Manhattan is even contrastrijk als het zwart/wit waarin het gefilmd is, in een van zijn vroegste en meest bekende films, Manhattan.
            De openingsscènes van Midnight in Paris en Manhattan mogen qua opzet dan identiek zijn, de uitvoering is wezenlijk anders. Allens Manhattan is rauw, levendig, smerig, prachtig. Het mooie zet hij extra mooi neer, het lelijke extra lelijk. De sequentie van shots wordt begeleid door George Gershwins dynamische Rhapsody in Blue, waarvan het bombastische slot perfect aansluit bij het vuurwerk dat boven Manhattan ontploft. Op de geluidsband klinkt ook Allen zelf. Via de voice-over horen we zijn alter ego Isaac aan zijn roman schrijven: 'Chapter one. He adored New York City. He idolized it all out of proportion.'
            In Allens Parijs zijn alle tegenstellingen juist gladgestreken. Deze stad filmde hij niet in zwart/wit maar in vale geeltinten. En de begeleidende muziek is een vriendelijk voortkabbelend jazznummer. In Allens Parijs bestaat geen hondenpoep, geen bedelaars en geen opgefokte jongeren. Noch kent het paardenkoetsen of een omhelzing bij zonsondergang. Dit Parijs is een Parijs dat echt bestaat, je kunt het op elk willekeurig moment zien. Aan de New Yorkse lucht wordt niet dagelijks vuurwerk afgestoken maar aan de Parijse skyline branden avond na avond de lichtjes van de Eiffeltoren. Allens Parijs is een heel gewoon Parijs. Een gemoedelijk Parijs, op het saaie af.
            In de openingsscène van Manhattan is de gretige levenslust van een jonge filmmaker te herkennen. In de openingsscène van Midnight in Paris zien we de kwaliteiten van een oudere man: rust, het vermogen om te nuanceren. Maar ook: routine. Allen maakt films om, zoals hij zelf zegt, niet aan de dood te hoeven denken. Maar ook om geld te verdienen. Wat ooit een roeping was, is nu een baan. Na jarenlang zijn films in New York te hebben gesitueerd, portretteerde Allen de afgelopen zeven jaar een hele reeks Europese steden: Londen, Barcelona, Parijs, binnenkort Rome. Zijn films zijn nu verkapte reclamefilms, betaald uit de toerismepot van de desbetreffende stad. Geen wonder dat de stront van de Parijse stoep is verdwenen. Maar gesponsord of niet, een film van Allen blijft een échte Allen.
            Een echte Allen draait om mensen en de irrationele, door kleinzielige emoties gemotiveerde keuzes die ze maken. Een echte Allen draait om de conflicten die daar het gevolg van zijn. Die conflicten worden zelden in subtekst verborgen of via codes aan de kijker geopenbaard. Gil, de protagonist uit Midnight in Paris, wordt door zijn schoonvader voor communist uitgemaakt. Zelf is Gil minstens zo eerlijk als hij zijn verloofde vertelt dat hij haar vrienden haat. Tegen het einde van de film maakt een amusante plotwending aan de kijker duidelijk dat de nostalgische Gil een wijze les heeft geleerd. Maar dat is Allen niet voldoende, er moet nog een verklarende dialoog aan te pas komen. 'That's what the present is. It's a little unsatisfying because life is unsatisfying.' Niks suggestieve beeldtaal, niks veelzeggend zwijgend spel. Een Allen-film is vóór alles een praatfilm.
            Ooit was dat anders. Ooit flirtte Allen nog volop met meer beeldende elementen. In Annie Hall doorbrak hij de zogeheten vierde wand door zijn gebruik van puur filmische grapjes, zoals het aanspreken van de kijker via de cameralens. Hij verwees naar de filmgeschiedenis met hommages aan de musical, het Duitse expressionisme, de documentaire. Allens eerste films leunden nog zwaar op  slapstick, de meest visuele van alle soorten komedie. Memorabel is zijn knipoog naar een uitgekauwde grap in science fiction-komedie Sleeper: in een tuin vol genetisch gemanipuleerde stukken groenten en fruit blijven Allen en zijn achtervolger eindeloos uitglijden op een levensgrote bananenschil. Het is een grap die even slim als onnozel is. Bovenal is het een vrolijke grap. Uit Allens vroegste films spreekt een lol in het leven die lijkt voorbehouden aan de jeugd. Niks van waar natuurlijk, ook uit Allens nieuwste films spreekt levenslust. Levenslust gaat tenslotte hand in hand met doodsangst.
            De eerste beelden van Parijs vervelen me, tijdens de openingsscène van Midnight in Paris. Maar naarmate er meer en meer beelden volgen, raak ik gehypnotiseerd door het loom swingende ritme van de montage. Was de openingsscène van Manhattan nog een bom van informatie - de verhalende beelden, de voice-over, de sturende muziek - de sequentie waarmee Midnight in Paris opent, is imponerend in zijn ingetogenheid. Met als enige ingrediënten de repetitieve shots van een Parijs waar niets aan de hand is, een eenvoudig muziekstuk en een slimme montage zet Allen de perfecte hors d'oeuvre in elkaar: een aangenaam voorproefje van de maaltijd die straks volgt. Hij doet dat met het vernuft van een vakman en, vooral, met zorg en liefde. Met de jaren komt de verfijning. De levenslust van de jonge Allen zit nu niet meer in het grote gebaar, maar in de details.
 
------------------------------------------------------------

Dit stuk verscheen in het voorlaatste nummer van Passionate, in de rubriek Ingeblikt. In het nieuwste nummer bespreek ik Lars von Triers Dogville. Nu verkrijgbaar.

Midnight in Paris
Woody Allen, 2011

Manhattan
Woody Allen, 1979