31.12.12

Eindejaarslijst 2012
















  
In mijn eindejaarslijstje geen Jagten. Wél die andere perslieveling, Amour. Wél vreemde-eend-in-de-bijt The Pirates, de nieuwste uit de koker van animatiestudio Aardman. Wél het door pers en publiek genegeerde Sleeping Beauty en de ondergewaardeerde komedie Young Adult. Wél de "kleine" films Alps, Your Sister's Sister, Louise Wimmer en Killer Joe. Én het vergeten This Must Be the Place, een film die toch minstens zo vreemd en vervuld van levensvreugde was als Holy Motors (film van het jaar volgens NRC Handelsblad). En op #1: The Invader, het magistrale speelfilmdebuut van beeldend kunstenaar Nicolas Provost. Op naar 2013!

01. The Invader
02. Holy Motors
03. Young Adult
04. Sleeping Beauty
05. Amour
06. This Must Be the Place
07. The Pirates! Band of Misfits
08. Your Sister's Sister
09. Alps
10. Play

11. Killer Joe
12. Louise Wimmer
13. Magic Mike
14. Once Upon a Time in Anatolia


Ook het vermelden waard: Hemel van jong Nederlands talent Sacha Polak, de verstilde western Meek's Cutoff, Martha Marcy May Marlene van de jonge honden van het New Yorkse Borderline Films en het suspensevolle, secuur vertelde Barbara.

Voor Schokkend Nieuws maakte ik ook nog een Top 5 met mijn favoriete genrefilms van het afgelopen jaar. Lees hier. Voor Filmtheater De Fabriek stelde ik een lijst samen met mijn favoriete films die aldaar gedraaid hebben. Lees die hier.

Voor mijn site schreef ik daarnaast en blog over de vrouw in de film in het afgelopen jaar. Lees hier.

27.12.12

Slagschaduw #17




















De vrouw die de deur met kracht opengooit, is in het zwart gekleed. De vrouw die ze zoekt, die midden in de ruimte achter de piano zit en niet opkijkt van het kabaal, draagt wit. Ze speelt, haar talloze rokken over haar kruk gedrapeerd, een traag en melancholisch lied. Tegen de vrouw die net is binnengestormd, zegt ze: "Je zult hem hier niet vinden."

Lees alle vorige afleveringen van Slagschaduw

23.12.12

RAGING BULL




















Loser

Vreemd dat het je kan verbazen als een filmklassieker ook echt goed blijkt te zijn. Voor de website van The Guardian schreef filmcriticus Peter Bradshaw over zijn favoriete film Raging Bull, het ontluisterende portret van bokser Jake "The Bronx Bull" LaMotta. Bradshaw ziet de film voor het eerst als hij negentien is: 'Toen de film eenmaal voorbij was, was ik uitgeput, en tegelijkertijd werd ik overvallen door een vreemde behoefte om te schreeuwen, of te lachen, of om de weg naar huis rennend af te leggen, of om geparkeerde auto's op te tillen en om te gooien.' Het stuk ontroert me: ik weet precies wat Bradshaw bedoelt. Alleen, ik ben een kind van de jaren 90. Ik voelde me zo toen ik voor het eerst Pulp Fiction zag, en later Trainspotting. Raging Bull, die uitkwam in mijn geboortejaar, zie ik pas heel recent. Ik ben geen negentien, ik word niet overvallen door een behoefte om auto's om te gooien. Verdomme, denk ik, en ik schaam me voor mijn eigen verbazing: die film is echt goed.
            Waarom heb ik Raging Bull eigenlijk nooit eerder gezien? Ik wijt het aan mijn gymleraar die me tijdens mijn basisschooljaren consequent "zwak" noemde. Ik was natuurlijk ook zwak (lui, een opgever, niet opgegroeid in boomhutten maar binnen met een boek) maar het gescheld van de leraar motiveerde ook niet bepaald. Het droeg enkel bij aan mijn natuurlijke afkeer van sport, aan de fascistische vibe die er rond gymmen hing. En daarmee verpestte het gelijk ook de sportfilm, die ik minstens zo testosterongeoriënteerd vond, en bovendien clichématig, voorspelbaar, oninteressant.
            Raging Bull, een film uit 1980, werd door verschillende filmtijdschriften en -critici verkozen tot de beste film van de jaren 80. Ik zie in deze kleine en persoonlijke film echter de ultieme jaren 70-film. In deze rauwe, wrange en weerbarstige film, waarin goed en kwaad niet van elkaar zijn te onderscheiden, zie ik een tijdperk weerspiegeld waarin desillusie net zo goed tot grimmigheid als tot ultieme vrijheid leidde. Ik zie het tijdperk van punk, van radicalisering, van "New Hollywood", van de opgestoken middelvinger. Raging Bull als de laatste "fuck you" vóór de blockbusters van de jaren 80. Het American Film Institute verkoos Raging Bull ook nog eens tot de beste sportfilm. Maar Raging Bull is helemaal geen sportfilm, het is een anti-sportfilm.
            Een paar dagen voordat ik Raging Bull kijk, zie ik Million Dollar Baby, óók een boksfilm. Liep Scorsese's film destijds de belangrijkste Oscars mis, in 2005 won Clint Eastwoods Million Dollar Baby wél de Academy Awards voor Beste Film en Regie, naast nog twee acteursprijzen. Het verbaast me niet. Million Dollar Baby is in alle opzichten een typische Hollywoodfilm - en daarmee ook een typische sportfilm. De hoofdpersonages uit Million Dollar Baby zijn good guys, met gemoedelijke namen die op -ie eindigen. Frankie: de mopperpot met het gouden hart. Eddie: de oude, wijze Afro-Amerikaan. Maggie: de kleine trotse vechter, de underdog die de weg naar de top aflegt via doorzettingsvermogen, discipline en koppigheid: geen omwegen, geen short cuts, maar immer gerade aus op haar doel af.
            Het tweede deel van Million Dollar Baby mag dan onverwacht zijn (en ook opvallend progressief voor Eastwood, de eeuwig zwevende kiezer die momenteel aan Republikeinse zijde staat) verder is Million Dollar Baby één en al clichés, stereotypes en simplistisch wereldbeeld. Naast good guys kent de film ook slechteriken: een pestkop, een valsspeler, een gezin van opportunisten. Mensen zijn het niet, eerder het noodlot in menselijke vorm. Zij storten de helden van het verhaal, die zo hard vechten voor hun stukje van de taart, in het ongeluk. Zoals elke sportfilm gaat Million Dollar Baby over helden. Raging Bull gaat over losers.
            Een overeenkomst: beide films gaan over volkse mensen. Maggie uit Million Dollar Baby heeft haar hele leven één ding geweten, vertelt Eddie via de voice-over: ze is trash en dat zal ze altijd blijven. Ook het milieu van Jake LaMotta is arm en laagopgeleid. Waar Eastwood zijn "gewone man" van een aureool voorziet, daar zijn de protagonisten van Raging Bull echter ronduit onsympathiek. Jake is een kleinzerige man die zich laat leiden door de meest basale van emoties. Zijn broer Joey is zachtaardiger maar zijn acties zijn minstens zo ondoordacht. Zelfs Vicky, echtgenote en slachtoffer van Jake, is in het beste geval een oninteressante vrouw en in het slechtste geval een verwend prinsesje wiens verveling als een schaduw over haar schoonheid valt.
            In zijn recensie van de film schrijft de Amerikaanse recensent Roger Ebert over de kritiek die Raging Bull destijds te verduren kreeg: Jake LaMotta zou een vlak personage zijn dat de kijker nooit écht leert kennen. Ebert schrijft: 'Ik denk dat deze man niet subtieler is dan hij lijkt. Hij heeft geen overige "kwaliteiten" die hij met ons zou kunnen delen.' Ja, Jake wordt vlak verbeeld: hij is tenslotte ook vlak. Hij is een onzekere en zwakke man die alleen kracht vindt in zijn agressie. Een sportman maar geen held. Geen diepere gronden; geen ruwe bolster, geen blanke pit.
            Ik neem het terug. Jake wordt allerminst vlak verbeeld. Scorsese geeft op bijna ontroerende wijze een inkijkje in zijn persoon en gedachtewereld. Geïmproviseerde gesprekjes tussen Jake en Joey (een rol van Joe Pesci) onthullen de broers LaMotta voor wie ze zijn; domheid, jaloezie, slechte humor en al. Sympathiek maakt het ze niet, wel levensecht. Op andere momenten maakt Scorsese het de kijker juist weer verdomd lastig om met zijn hoofdpersonages mee te leven. Na een verloren gevecht zit Jake verslagen in zijn kleedkamer. De camera maakt een cirkel door de ruimte, om te eindigen bij de spiegel, waar Jake zichzelf in de ogen kijkt. Vóór de scène zijn dramatische hoogtepunt kent, het moment dat je medelijden met hem krijgt, wordt er onbarmhartig naar de volgende scène gesneden. Ook gebruikt Scorsese geen muziek om dergelijke momenten extra aan te zetten. De melodramatische score zit juist precies tussen de dramatische momenten in. En zit er wel muziek onder, dan een zoetsappig liedje, als ironisch commentaar op wat we te zien krijgen. Als Jake zijn broer en vrouw te lijf gaat, horen we Marilyn Monroe 'Bye Bye Baby' zingen op de radio.
            Pas helemaal aan het einde van de film, als Jake zijn carrière als bokser voor die als kroegbaas heeft ingeruild (en zijn sixpack voor een bierbuik), staat Scorsese ons toe om met hem mee te leven. Juist omdat we lang op dit moment hebben moeten wachten, zo lang dat we het eigenlijk niet meer verwacht hadden, is het gevoel van medelijden bijna ondraaglijk. De tragedie van "million dollar baby" Maggie zat 'm in het feit dat het noodlot haar overkwam. Maar het gegeven dat de zelfdestructieve Jake zijn eigen lot bepaalde, is uiteindelijk oneindig veel tragischer. De legendarisch brute bokswedstrijden uit Raging Bull, op magistrale wijze gefilmd, geknipt en van geluid voorzien, zijn zo gruwelijk dat ze lichamelijke reacties ontlokken: ineenkrimpen, terugdeinzen, wegkijken. Maar het moment dat de uitgezakte Jake, de loser, toegeeft aan zelfmedelijden en schuldgevoel is minstens zo intens. Raging Bull is geen sportfilm maar Raging Bull kijken toch zeker een sport op zich.


------------------------------------------------------------

Dit stuk staat in het meest recente nummer van Passionate, in de rubriek Ingeblikt. In het komende nummer bespreek ik Tarnation en Episode III: Enjoy Poverty.


22.12.12

Tv-tips voor de feestdagen

Deze kerstvakantie op tv

The Witches

Het tv-aanbod tijdens de kerstvakantie is heel aardig dit jaar, hoewel weer behoorlijk voorspelbaar. Ook opvallend: veel Eddie Murphy, Charlie Chaplin, Alfred Hitchcock en... Anne Hathaway.

Mijn aanraders beperken zich tot vijf titels. Kinderfilms Who Framed Roger Rabbit? en The Witches zijn ook zeer geschikt voor volwassenen en bij vlagen zelfs behoorlijk naargeestig. Charlie Chaplins City Lights is niet alleen modern "feel good" maar ook ongedateerd grappig. Hitchocks Mr. and Mrs. Smith is niet het bekendste werkje van de man (waarschijnlijk omdat het hier een screwball comedy betreft en geen thriller) maar zeker de moeite waard. En op 1 januari, de eindeloze eerste dag van het nieuwe jaar, zet ik nog eens Groundhog Day op.

Fijne feestdagen!

Who Framed Roger Rabbit?
zondag 23/12, 11.20, BBC 2

City Lights
dinsdag 25/12, 14.00, CANVAS

The Witches
dinsdag 25/12, 18.40, NET 5

Mr. and Mrs. Smith
woensdag 26/12, 02.35, BBC 2

Groundhog Day
dinsdag 01/01, 20.30, RTL 5

12.12.12

Kaufman vs. Goliath
















Het beeld is zwart. Op de geluidsband horen we een monoloog; een waterval van twijfel, angst en fatalisme. “Ik zou gelukkiger zijn als ik niet alles uitstelde. Het enige wat ik doe, is op mijn dikke reet zitten. Ik zou gelukkiger zijn als mijn reet niet zo dik was.” Dan komt een filmset in beeld, gefilmd in de schokkerige beelden van een making of. “On the set of ‘Being John Malkovich’, Summer 1998” lezen we. De hoofdrolspeler (“John Malkovich, Actor“) spreekt cast en crew toe. Zijn natuurlijke zelfvertrouwen staat in schril contrast met de dieponzekere woorden die we eerder hoorden. De woorden werden gesproken door “Charlie Kaufman, Screenwriter“, die nu wat rondscharrelt op de set. “Jij daar, je bent in beeld. Ga van de set af.” Charlie Kaufman doet wat hem wordt gevraagd. Tot zover zijn rol in de making of van de film die hij zelf heeft geschreven.

----------------------------------------------------------


Lees de rest van dit essay op Hard//Hoofd.