31.12.12
Eindejaarslijst 2012
In mijn eindejaarslijstje geen Jagten. Wél die andere perslieveling, Amour. Wél vreemde-eend-in-de-bijt The Pirates, de nieuwste uit de koker van animatiestudio Aardman. Wél het door pers en publiek genegeerde Sleeping Beauty en de ondergewaardeerde komedie Young Adult. Wél de "kleine" films Alps, Your Sister's Sister, Louise Wimmer en Killer Joe. Én het vergeten This Must Be the Place, een film die toch minstens zo vreemd en vervuld van levensvreugde was als Holy Motors (film van het jaar volgens NRC Handelsblad). En op #1: The Invader, het magistrale speelfilmdebuut van beeldend kunstenaar Nicolas Provost. Op naar 2013!
01. The Invader
02. Holy Motors
03. Young Adult
04. Sleeping Beauty
05. Amour
06. This Must Be the Place
07. The Pirates! Band of Misfits
08. Your Sister's Sister
09. Alps
10. Play
11. Killer Joe
12. Louise Wimmer
13. Magic Mike
14. Once Upon a Time in Anatolia
Ook het vermelden waard: Hemel van jong Nederlands talent Sacha Polak, de verstilde western Meek's Cutoff, Martha Marcy May Marlene van de jonge honden van het New Yorkse Borderline Films en het suspensevolle, secuur vertelde Barbara.
Voor Schokkend Nieuws maakte ik ook nog een Top 5 met mijn favoriete genrefilms van het afgelopen jaar. Lees hier. Voor Filmtheater De Fabriek stelde ik een lijst samen met mijn favoriete films die aldaar gedraaid hebben. Lees die hier.
Voor mijn site schreef ik daarnaast en blog over de vrouw in de film in het afgelopen jaar. Lees hier.
27.12.12
Slagschaduw #17
De vrouw die de deur met kracht opengooit, is in het zwart gekleed. De vrouw die ze zoekt, die midden in de ruimte achter de piano zit en niet opkijkt van het kabaal, draagt wit. Ze speelt, haar talloze rokken over haar kruk gedrapeerd, een traag en melancholisch lied. Tegen de vrouw die net is binnengestormd, zegt ze: "Je zult hem hier niet vinden."
Lees alle vorige afleveringen van Slagschaduw
23.12.12
RAGING BULL
Loser
Vreemd
dat het je kan verbazen als een filmklassieker ook echt goed blijkt te zijn. Voor
de website van The Guardian schreef filmcriticus Peter Bradshaw over zijn
favoriete film Raging Bull, het
ontluisterende portret van bokser Jake "The Bronx Bull" LaMotta. Bradshaw
ziet de film voor het eerst als hij negentien is: 'Toen de film eenmaal voorbij
was, was ik uitgeput, en tegelijkertijd werd ik overvallen door een vreemde behoefte
om te schreeuwen, of te lachen, of om de weg naar huis rennend af te leggen, of
om geparkeerde auto's op te tillen en om te gooien.' Het stuk ontroert me: ik
weet precies wat Bradshaw bedoelt. Alleen, ik ben een kind van de jaren 90. Ik
voelde me zo toen ik voor het eerst Pulp
Fiction zag, en later Trainspotting.
Raging Bull, die uitkwam in mijn geboortejaar,
zie ik pas heel recent. Ik ben geen negentien, ik word niet overvallen door een
behoefte om auto's om te gooien. Verdomme, denk ik, en ik schaam me voor mijn
eigen verbazing: die film is echt goed.
Waarom heb ik Raging Bull eigenlijk nooit eerder gezien? Ik wijt het aan mijn
gymleraar die me tijdens mijn basisschooljaren consequent "zwak"
noemde. Ik was natuurlijk ook zwak (lui, een opgever, niet opgegroeid in
boomhutten maar binnen met een boek) maar het gescheld van de leraar motiveerde
ook niet bepaald. Het droeg enkel bij aan mijn natuurlijke afkeer van sport,
aan de fascistische vibe die er rond
gymmen hing. En daarmee verpestte het gelijk ook de sportfilm, die ik minstens
zo testosterongeoriënteerd vond, en bovendien clichématig, voorspelbaar,
oninteressant.
Raging
Bull, een film
uit 1980, werd door verschillende filmtijdschriften en -critici verkozen tot de
beste film van de jaren 80. Ik zie in deze kleine en persoonlijke film echter
de ultieme jaren 70-film. In deze rauwe, wrange en weerbarstige film, waarin
goed en kwaad niet van elkaar zijn te onderscheiden, zie ik een tijdperk
weerspiegeld waarin desillusie net zo goed tot grimmigheid als tot ultieme
vrijheid leidde. Ik zie het tijdperk van punk, van radicalisering, van "New
Hollywood", van de opgestoken middelvinger. Raging Bull als de laatste "fuck you" vóór de blockbusters van de jaren 80. Het
American Film Institute verkoos Raging
Bull ook nog eens tot de beste sportfilm. Maar Raging Bull is helemaal geen sportfilm, het is een anti-sportfilm.
Een paar dagen voordat ik Raging Bull kijk, zie ik Million Dollar Baby, óók een boksfilm.
Liep Scorsese's film destijds de belangrijkste Oscars mis, in 2005 won Clint
Eastwoods Million Dollar Baby wél de
Academy Awards voor Beste Film en Regie, naast nog twee acteursprijzen. Het
verbaast me niet. Million Dollar Baby is
in alle opzichten een typische Hollywoodfilm - en daarmee ook een typische
sportfilm. De hoofdpersonages uit Million
Dollar Baby zijn good guys, met gemoedelijke
namen die op -ie eindigen. Frankie: de mopperpot met het gouden hart. Eddie: de
oude, wijze Afro-Amerikaan. Maggie: de kleine trotse vechter, de underdog die
de weg naar de top aflegt via doorzettingsvermogen, discipline en koppigheid:
geen omwegen, geen short cuts, maar immer gerade aus op haar doel af.
Het tweede deel van Million Dollar Baby mag dan onverwacht
zijn (en ook opvallend progressief voor Eastwood, de eeuwig zwevende kiezer die
momenteel aan Republikeinse zijde staat) verder is Million Dollar Baby één en al clichés, stereotypes en simplistisch
wereldbeeld. Naast good guys kent de
film ook slechteriken: een pestkop, een valsspeler, een gezin van opportunisten.
Mensen zijn het niet, eerder het noodlot in menselijke vorm. Zij storten de
helden van het verhaal, die zo hard vechten voor hun stukje van de taart, in
het ongeluk. Zoals elke sportfilm gaat Million
Dollar Baby over helden. Raging Bull gaat
over losers.
Een overeenkomst: beide films gaan over
volkse mensen. Maggie uit Million Dollar
Baby heeft haar hele leven één ding geweten, vertelt Eddie via de
voice-over: ze is trash en dat zal ze
altijd blijven. Ook het milieu van Jake LaMotta is arm en laagopgeleid. Waar Eastwood
zijn "gewone man" van een aureool voorziet, daar zijn de protagonisten
van Raging Bull echter ronduit
onsympathiek. Jake is een kleinzerige man die zich laat leiden door de meest
basale van emoties. Zijn broer Joey is zachtaardiger maar zijn acties zijn
minstens zo ondoordacht. Zelfs Vicky, echtgenote en slachtoffer van Jake, is in
het beste geval een oninteressante vrouw en in het slechtste geval een verwend
prinsesje wiens verveling als een schaduw over haar schoonheid valt.
In zijn recensie van de film
schrijft de Amerikaanse recensent Roger Ebert over de kritiek die Raging Bull destijds te verduren kreeg:
Jake LaMotta zou een vlak personage zijn dat de kijker nooit écht leert kennen.
Ebert schrijft: 'Ik denk dat deze man niet subtieler is dan hij lijkt. Hij
heeft geen overige "kwaliteiten" die hij met ons zou kunnen delen.' Ja,
Jake wordt vlak verbeeld: hij is tenslotte ook vlak. Hij is een onzekere en
zwakke man die alleen kracht vindt in zijn agressie. Een sportman maar geen
held. Geen diepere gronden; geen ruwe bolster, geen blanke pit.
Ik neem het terug. Jake wordt
allerminst vlak verbeeld. Scorsese geeft op bijna ontroerende wijze een
inkijkje in zijn persoon en gedachtewereld. Geïmproviseerde gesprekjes tussen
Jake en Joey (een rol van Joe Pesci) onthullen de broers LaMotta voor wie ze
zijn; domheid, jaloezie, slechte humor en al. Sympathiek maakt het ze niet, wel
levensecht. Op andere momenten maakt Scorsese het de kijker juist weer verdomd
lastig om met zijn hoofdpersonages mee te leven. Na een verloren gevecht zit
Jake verslagen in zijn kleedkamer. De camera maakt een cirkel door de ruimte,
om te eindigen bij de spiegel, waar Jake zichzelf in de ogen kijkt. Vóór de
scène zijn dramatische hoogtepunt kent, het moment dat je medelijden met hem
krijgt, wordt er onbarmhartig naar de volgende scène gesneden. Ook gebruikt
Scorsese geen muziek om dergelijke momenten extra aan te zetten. De
melodramatische score zit juist precies tussen de dramatische momenten in. En
zit er wel muziek onder, dan een zoetsappig liedje, als ironisch commentaar op wat
we te zien krijgen. Als Jake zijn broer en vrouw te lijf gaat, horen we Marilyn
Monroe 'Bye Bye Baby' zingen op de
radio.
Pas helemaal aan het einde van de
film, als Jake zijn carrière als bokser voor die als kroegbaas heeft ingeruild (en
zijn sixpack voor een bierbuik), staat Scorsese ons toe om met hem mee te
leven. Juist omdat we lang op dit moment hebben moeten wachten, zo lang dat we
het eigenlijk niet meer verwacht hadden, is het gevoel van medelijden bijna
ondraaglijk. De tragedie van "million dollar baby" Maggie zat 'm in
het feit dat het noodlot haar overkwam. Maar het gegeven dat de
zelfdestructieve Jake zijn eigen lot bepaalde, is uiteindelijk oneindig veel
tragischer. De legendarisch brute bokswedstrijden uit Raging Bull, op magistrale wijze gefilmd, geknipt en van geluid
voorzien, zijn zo gruwelijk dat ze lichamelijke reacties ontlokken:
ineenkrimpen, terugdeinzen, wegkijken. Maar het moment dat de uitgezakte Jake,
de loser, toegeeft aan zelfmedelijden en schuldgevoel is minstens zo intens. Raging Bull is geen sportfilm maar Raging Bull kijken toch zeker een sport
op zich.
------------------------------------------------------------
Dit stuk staat in het meest recente nummer van Passionate, in de rubriek Ingeblikt. In het komende nummer bespreek ik Tarnation en Episode III: Enjoy Poverty.
22.12.12
Tv-tips voor de feestdagen
Deze kerstvakantie op tv
The Witches |
Het tv-aanbod tijdens de kerstvakantie is heel aardig dit jaar, hoewel weer behoorlijk voorspelbaar. Ook opvallend: veel Eddie Murphy, Charlie Chaplin, Alfred Hitchcock en... Anne Hathaway.
Mijn aanraders beperken zich tot vijf titels. Kinderfilms Who Framed Roger Rabbit? en The Witches zijn ook zeer geschikt voor volwassenen en bij vlagen zelfs behoorlijk naargeestig. Charlie Chaplins City Lights is niet alleen modern "feel good" maar ook ongedateerd grappig. Hitchocks Mr. and Mrs. Smith is niet het bekendste werkje van de man (waarschijnlijk omdat het hier een screwball comedy betreft en geen thriller) maar zeker de moeite waard. En op 1 januari, de eindeloze eerste dag van het nieuwe jaar, zet ik nog eens Groundhog Day op.
Fijne feestdagen!
Who Framed Roger Rabbit?
zondag 23/12, 11.20, BBC 2
City Lights
dinsdag 25/12, 14.00, CANVAS
The Witches
dinsdag 25/12, 18.40, NET 5
Mr. and Mrs. Smith
woensdag 26/12, 02.35, BBC 2
Groundhog Day
dinsdag 01/01, 20.30, RTL 5
12.12.12
Kaufman vs. Goliath
Het beeld is zwart. Op de geluidsband horen we een monoloog; een waterval van twijfel, angst en fatalisme. “Ik zou gelukkiger zijn als ik niet alles uitstelde. Het enige wat ik doe, is op mijn dikke reet zitten. Ik zou gelukkiger zijn als mijn reet niet zo dik was.” Dan komt een filmset in beeld, gefilmd in de schokkerige beelden van een making of. “On the set of ‘Being John Malkovich’, Summer 1998” lezen we. De hoofdrolspeler (“John Malkovich, Actor“) spreekt cast en crew toe. Zijn natuurlijke zelfvertrouwen staat in schril contrast met de dieponzekere woorden die we eerder hoorden. De woorden werden gesproken door “Charlie Kaufman, Screenwriter“, die nu wat rondscharrelt op de set. “Jij daar, je bent in beeld. Ga van de set af.” Charlie Kaufman doet wat hem wordt gevraagd. Tot zover zijn rol in de making of van de film die hij zelf heeft geschreven.
----------------------------------------------------------
Lees de rest van dit essay op Hard//Hoofd.
26.11.12
LOOPER
Liked Inception? Looper is this year's thinking man's blockbuster.
Yes, it features Bruce Willis. Yes, there are chases, explosions and bursts of
violence. Yes, it's the good guys against the bad ones. But wait! Tthere's also
a complicated plot involving time traveling. There's a creepy kid. There are
some credible indie actors among the cast, like Joseph-Gordon Levitt and Paul
Dano. There's a stunningly beautiful Emily Blunt and some equally stunning set
pieces. And the story itself? Well, any piece of information about the movie
qualifies as a spoiler, so let's not go there. Go see the movie instead.
-----------------------------------------------------------
Bovenstaande recensie van Looper staat deze maand in Subbacultcha. Lees 'm hier.
Vanaf 29 november in de Nederlandse bioscoop
Vanaf 29 november in de Nederlandse bioscoop
19.11.12
Slagschaduw #16
Trillend van de filmkoorts: al teveel gezien, te vaak en in doorwaakte nachten. Schaduwen op de muur. Flakkerende beelden in het achterhoofd. Af en toe haalt de cinefiele junk wel eens een beeld, een scène of zelfs een hele film door elkaar. Columnist Basje Boer doet het opzettelijk. Welke twee films doemen vannacht op in haar delirium?
16.
De
geluidloze schreeuw
Een
paar blauwfluwelen gordijnen. In het midden de perfect ronde cirkel van de
volgspot. Het geroezemoes in de nachtclub dempt. Aan de kleine ronde tafeltjes
zitten louter heren. Alleen het sigarettenmeisje is van het zwakke geslacht.
Dan - een stem glijdt door de ruimte
zacht als honing. Tegelijk verschijnt een ontblote knie tussen het blauw van de
gordijnen. En, daaronder, een roze hak. Het publiek houdt zijn adem in, de
klanken van het lied kruipen loom door de ruimte. Met een stoot van de heup
duwt de zangeres het gordijn opzij en verschijnt in vol, en onwaarschijnlijk
verleidelijk, ornaat.
In de ene hand houdt ze haar
sigarettenpijpje, in de andere haar microfoon. Ze knipt de microfoon aan en het
schijnsel van een lampje verlicht haar gezicht van onderen. Achter onthullen de
gordijnen een jazzband.
Zo traag dat het pijn doet, wiegt de
zangeres op het ritme van de muziek. Haar blikken en gebaren vertellen het
verhaal dat ze zingt. Aan het tafeltje recht tegenover het podium zit een man.
Hij mimet de woorden die de zangeres zingt. Hij snauwt de woorden, hij bijt ze;
zijn gezicht vertrokken in een grimas van verdriet en frustratie.
De zangeres loopt het publiek in.
Her en der werpt ze een zwoele blik de zaal in, tuit even haar lippen of geeft
een knipoog. Dan loopt ze op de man af die woedend haar woorden mee fluistert.
Even zingt ze speciaal voor hem, haar gezicht griezelig verlicht door de microfoon.
Ze vleit neer op zijn schoot en staat weer op. Ze cirkelt heupwiegend rond zijn
stoel, ademt haar laatste woorden in zijn gezicht.
Het gezicht van de man vertrekt in
een geluidloze schreeuw. Hij klemt zijn tanden op elkaar. De zangeres keert haar
welgevormde rug naar het publiek en gaat af. De blauwe gordijnen sluiten soepel
achter haar.
------------------------------------------------------------
Slagschaduw, november 2012
Bekijk alle vorige afleveringen van Slagschaduw
16.11.12
NIGHT OF THE LIVING DEAD
Deze week op tv
Night of the Living Dead
George A. Romero, 1968
Onvervalste klassieker, en terecht ook. Eenvoudig en toch angstaanjagend. Het bewijs dat horror een van de interessantste genres is om als jonge filmmaker te bestuderen.
zaterdag 17/11, 03.25, BBC 2
Night of the Living Dead
George A. Romero, 1968
Onvervalste klassieker, en terecht ook. Eenvoudig en toch angstaanjagend. Het bewijs dat horror een van de interessantste genres is om als jonge filmmaker te bestuderen.
zaterdag 17/11, 03.25, BBC 2
12.11.12
MURIEL'S WEDDING
Deze week op tv
Muriel's Wedding
P.J. Hogan, 1994
Erg geestige romkom waarvan het happy end Muriel's emancipatie betreft, in plaats van haar bruiloft. Lees vooral ook het sterke stuk dat indieWire over hoofdpersonage Muriel Heslop schreef. 'In finding a sense of self against the odds and beyond her romantic aspirations, she achieves something profound - and something that the current day landscape of insipid rom-com heroines could do worse than emulate.'
vrijdag 16/11, 20.30, RTL 8
Muriel's Wedding
P.J. Hogan, 1994
Erg geestige romkom waarvan het happy end Muriel's emancipatie betreft, in plaats van haar bruiloft. Lees vooral ook het sterke stuk dat indieWire over hoofdpersonage Muriel Heslop schreef. 'In finding a sense of self against the odds and beyond her romantic aspirations, she achieves something profound - and something that the current day landscape of insipid rom-com heroines could do worse than emulate.'
vrijdag 16/11, 20.30, RTL 8
26.10.12
DOGVILLE
Heilige met vuile handen
1974, een Italiaanse galerie. Kunstenaar Marina Abramović heeft 72 objecten uitgestald. Voor de performance Rhythm 0 zal ze de komende zes uur stoïcijns ondergaan wat het publiek voor haar in petto heeft. Zij zijn vrij om met haar te doen wat ze willen en mogen daarbij gebruikmaken van onder meer een roos, een schaar, een kam, een zweep, een pistool, een enkele kogel. In eerste instantie is men terughoudend maar hoe langer de performance duurt, hoe sadistischer hun daden. De kleren worden Abramović van het lijf geknipt, de doorns van de roos prikken ze in haar lichaam en ze wordt gesneden met een scheermesje. Op een bepaald moment laadt iemand het pistool en stopt het in Abramović' hand. Iemand anders pakt het pistool af. Abramović doet niks. Pas als de zes uur voorbij zijn, verlaat ze de ruimte. Het publiek schrikt terug terwijl ze naar de deur loopt, bang als ze zijn om de confrontatie met hun slachtoffer aan te gaan. Abramović is de spiegel geworden van hun gruwelijke aard.
Ik moet aan deze performance denken als
ik Dogville (Lars von Trier, 2003)
opnieuw bekijk. De film vormt samen met Manderlay
(2005) de onvoltooide trilogie USA -
Land of Opportunities, waarvan slotdeel Washington
nog op zich laat wachten. Dogville vertelt
over een vrouw die minstens zo mooi, jong en vreemd afstandelijk is als Marina Abramović.
Grace heet ze en ze wordt vertolkt door Nicole Kidman. Het is begin jaren 30 en
Grace is op de vlucht, voor wat of wie is lang niet duidelijk. Haar vlucht
brengt haar naar Dogville, een kleine dorpsgemeenschap in de Amerikaanse Rocky
Mountains. De eenvoudige bewoners van Dogville besluiten om Grace onder hun
hoede te nemen. Maar voor niets gaat de zon op. En dus doet Grace kleine
klusjes voor de oude dokter, de winkeleigenares, de knappe dorpsfilosoof, de
oude blinde man. Zijn ze eerst nog terughoudend met het gebruikmaken van
Grace's diensten, zoals het publiek van Marina Abramović' zich in eerste
instantie ook inhield, later zadelen ze haar met steeds zwaardere klussen op.
Hoe onredelijker de eisen van de dorpsbewoners, hoe gedweeër Grace eraan gehoor
geeft. Hoe beestachtiger de dorpsbewoners zich gedragen, hoe zachter Grace's
woorden van vergeving zijn.
Onder een dun laagje beschaving zit het
beest, zo bewijst zowel Marina Abramović als Dogville. In beide gevallen wordt dat laagje eraf gekrabd door het
onverwachtse verkrijgen van macht. Geen ongewoon thema, kijk bijvoorbeeld naar
Williams Goldings Lord of the Flies.
Maar in deze twee gevallen wordt die macht gegeven door een mooie, passieve
vrouw. Macht verandert de mens in een beest; lijdzaamheid roept op tot sadisme
en exploitatie. Deze stelling neemt in Dogville
echter een onverwachte wending. Von Trier stelt de vraag: Heeft Grace zelf
een hand in haar noodlot? Voerde hij in zijn drie voorgaande films ook al
vrouwen op van wiens zuivere hart op brute wijze misbruik werd gemaakt, in het
geval van Dogville heeft het heilige
hoofdpersonage zelf ook vuile handen.
Dat we hier met een allegorie van
doen hebben, maakt Von Trier direct duidelijk via de ongewone vorm van de film.
In een vrijwel lege filmstudio wordt het dorpje Dogville verbeeld via de
suggestie van een decor: krijtstrepen op de vloer om de huizen en wegen aan te
geven en verder wat losse decorstukken zoals een halve winkelpui, een trap, een
kastje, een klok. Toen Dogville in
première ging, was de algemene opvatting dat Von Trier zich had laten
inspireren door toneelschrijver Bertolt Brecht en diens theorieën over het
vervreemdingseffect. Brecht stelde dat je de illusie van het theater constant dient
te verstoren. Pas dan wordt de kijker gedwongen na te denken over wat hij ziet.
In een interessante recensie van Dogville
in de Filmkrant (juli/augustus 2003) stelt Pieter Bots dat het kale decor
van de film inderdaad aan een Brechtiaans experiment doet denken maar er
inhoudelijk los van staat. Von Triers verteltrant is juist heel meeslepend, de
illusie wordt nergens doorbroken. Op dezelfde manier doet Dogville misschien wel denken aan theater maar met zijn slimme
camerawerk en montage ontstijgt het een theaterregistratie. Blijft de vraag:
Was het wel Von Triers bedoeling om Brechts theorie toe te passen? Of is hij er
gewoon niet in geslaagd? Is Von Trier een betere filmmaker dan hij zou willen
zijn, een meester van de illusie tegen wil en dank?
Nee, wat de vorm van Dogville - en vervolg Manderlay - vooral doet, is ons erop
wijzen dat het hier gaat om een allegorie. Het geabstraheerde dorpje dat
overdag in het wit en 's nachts in het zwart baadt, lijkt wel te bestaan onder
een stolp, geïsoleerd van de rest van de wereld. Het herinnert me aan het
Bijbelse gevecht tussen goed en kwaad en hoe de strijd die God en de duivel in
de hemel leveren zijn weerslag heeft op het leven op aarde. Op dezelfde manier
zijn de dorpjes Dogville en Manderlay een blauwdruk van de misstanden in onze
huidige (westerse) samenleving. Dat Von Trier op cruciale momenten ons het
tafereel van boven laat bezien, is veelzeggend. Het publiek is god en we zien
dat het foute boel is.
De dorpsbewoners leggen Grace aan de
ketting, letterlijk. De mannen uit het dorp vergrijpen zich aan haar; volgens
de ironische vertelstem een genante daad die vergelijkbaar is met een boer die zijn
vee neukt. Grace ondergaat haar lot en vergeeft de daders. Arrogant, zo noemt
haar vader haar gedrag, als hij haar aan het slot van de film uit Dogville
redt. Ze vergeeft de dorpsbewoners omdat ze ze alsof slachtoffers ziet, als
simpele en arme mensen. Dat maakt haar arrogant, neerbuigend. De uiteindelijke
en gruwelijke wraak die Grace neemt, voelt dan ook wrang. Is zij niet net zo
schuldig aan het feit dat de boel zo vreselijk uit de hand liep? Had ze niet
veel eerder aan de rem moeten trekken?
Von Trier doet het misschien niet op
Brechtiaanse wijze, toch dwingt hij zijn publiek voortdurend om dergelijke vragen
te stellen. Wat dat betreft zijn de tijden sinds 1974 veranderd. Marina
Abramović' Rhythm 0 mag ook vandaag
de dag nog schokkend zijn, het verschil tussen goed (Abramović) en kwaad (haar
publiek) wordt er wel erg scherp in afgetekend. Na het zien van Dogville vraag ik me af: Wie misbruikte
wie? Misbruikte het publiek de kunstenaar door hun sadistische
onderbuikgevoelens op haar te botvieren? Of misbruikte de kunstenaar het
publiek om haar punt te maken? 2012 schreeuwt om vraagtekens, om ironie, om
nuances. Als er iemand is die daar mee uit de voeten kan, is het Lars von
Trier.
------------------------------------------------------------
Dit stuk verscheen in het
voorlaatste nummer van Passionate, in de rubriek Ingeblikt. In het
nieuwste nummer bespreek ik boksfilms, waaronder Raging Bull. Nu verkrijgbaar.
Dogville
Lars
von Trier
Denemarken
/ Zweden / Frankrijk / Groot-Brittannië / Duitsland / Nederland, 2003
Manderlay
Lars
von Trier
Denemarken
/ Zweden / Nederland, 2005
Abonneren op:
Posts (Atom)