26.10.12

DOGVILLE




















Heilige met vuile handen 

1974, een Italiaanse galerie. Kunstenaar Marina Abramović heeft 72 objecten uitgestald. Voor de performance Rhythm 0 zal ze de komende zes uur stoïcijns ondergaan wat het publiek voor haar in petto heeft. Zij zijn vrij om met haar te doen wat ze willen en mogen daarbij gebruikmaken van onder meer een roos, een schaar, een kam, een zweep, een pistool, een enkele kogel. In eerste instantie is men terughoudend maar hoe langer de performance duurt, hoe sadistischer hun daden. De kleren worden Abramović van het lijf geknipt, de doorns van de roos prikken ze in haar lichaam en ze wordt gesneden met een scheermesje. Op een bepaald moment laadt iemand het pistool en stopt het in Abramović' hand. Iemand anders pakt het pistool af. Abramović doet niks. Pas als de zes uur voorbij zijn, verlaat ze de ruimte. Het publiek schrikt terug terwijl ze naar de deur loopt, bang als ze zijn om de confrontatie met hun slachtoffer aan te gaan. Abramović is de spiegel geworden van hun gruwelijke aard.
            Ik moet aan deze performance denken als ik Dogville (Lars von Trier, 2003) opnieuw bekijk. De film vormt samen met Manderlay (2005) de onvoltooide trilogie USA - Land of Opportunities, waarvan slotdeel Washington nog op zich laat wachten. Dogville vertelt over een vrouw die minstens zo mooi, jong en vreemd afstandelijk is als Marina Abramović. Grace heet ze en ze wordt vertolkt door Nicole Kidman. Het is begin jaren 30 en Grace is op de vlucht, voor wat of wie is lang niet duidelijk. Haar vlucht brengt haar naar Dogville, een kleine dorpsgemeenschap in de Amerikaanse Rocky Mountains. De eenvoudige bewoners van Dogville besluiten om Grace onder hun hoede te nemen. Maar voor niets gaat de zon op. En dus doet Grace kleine klusjes voor de oude dokter, de winkeleigenares, de knappe dorpsfilosoof, de oude blinde man. Zijn ze eerst nog terughoudend met het gebruikmaken van Grace's diensten, zoals het publiek van Marina Abramović' zich in eerste instantie ook inhield, later zadelen ze haar met steeds zwaardere klussen op. Hoe onredelijker de eisen van de dorpsbewoners, hoe gedweeër Grace eraan gehoor geeft. Hoe beestachtiger de dorpsbewoners zich gedragen, hoe zachter Grace's woorden van vergeving zijn.
            Onder een dun laagje beschaving zit het beest, zo bewijst zowel Marina Abramović als Dogville. In beide gevallen wordt dat laagje eraf gekrabd door het onverwachtse verkrijgen van macht. Geen ongewoon thema, kijk bijvoorbeeld naar Williams Goldings Lord of the Flies. Maar in deze twee gevallen wordt die macht gegeven door een mooie, passieve vrouw. Macht verandert de mens in een beest; lijdzaamheid roept op tot sadisme en exploitatie. Deze stelling neemt in Dogville echter een onverwachte wending. Von Trier stelt de vraag: Heeft Grace zelf een hand in haar noodlot? Voerde hij in zijn drie voorgaande films ook al vrouwen op van wiens zuivere hart op brute wijze misbruik werd gemaakt, in het geval van Dogville heeft het heilige hoofdpersonage zelf ook vuile handen.
            Dat we hier met een allegorie van doen hebben, maakt Von Trier direct duidelijk via de ongewone vorm van de film. In een vrijwel lege filmstudio wordt het dorpje Dogville verbeeld via de suggestie van een decor: krijtstrepen op de vloer om de huizen en wegen aan te geven en verder wat losse decorstukken zoals een halve winkelpui, een trap, een kastje, een klok. Toen Dogville in première ging, was de algemene opvatting dat Von Trier zich had laten inspireren door toneelschrijver Bertolt Brecht en diens theorieën over het vervreemdingseffect. Brecht stelde dat je de illusie van het theater constant dient te verstoren. Pas dan wordt de kijker gedwongen na te denken over wat hij ziet. In een interessante recensie van Dogville in de Filmkrant (juli/augustus 2003) stelt Pieter Bots dat het kale decor van de film inderdaad aan een Brechtiaans experiment doet denken maar er inhoudelijk los van staat. Von Triers verteltrant is juist heel meeslepend, de illusie wordt nergens doorbroken. Op dezelfde manier doet Dogville misschien wel denken aan theater maar met zijn slimme camerawerk en montage ontstijgt het een theaterregistratie. Blijft de vraag: Was het wel Von Triers bedoeling om Brechts theorie toe te passen? Of is hij er gewoon niet in geslaagd? Is Von Trier een betere filmmaker dan hij zou willen zijn, een meester van de illusie tegen wil en dank?
            Nee, wat de vorm van Dogville - en vervolg Manderlay - vooral doet, is ons erop wijzen dat het hier gaat om een allegorie. Het geabstraheerde dorpje dat overdag in het wit en 's nachts in het zwart baadt, lijkt wel te bestaan onder een stolp, geïsoleerd van de rest van de wereld. Het herinnert me aan het Bijbelse gevecht tussen goed en kwaad en hoe de strijd die God en de duivel in de hemel leveren zijn weerslag heeft op het leven op aarde. Op dezelfde manier zijn de dorpjes Dogville en Manderlay een blauwdruk van de misstanden in onze huidige (westerse) samenleving. Dat Von Trier op cruciale momenten ons het tafereel van boven laat bezien, is veelzeggend. Het publiek is god en we zien dat het foute boel is.
            De dorpsbewoners leggen Grace aan de ketting, letterlijk. De mannen uit het dorp vergrijpen zich aan haar; volgens de ironische vertelstem een genante daad die vergelijkbaar is met een boer die zijn vee neukt. Grace ondergaat haar lot en vergeeft de daders. Arrogant, zo noemt haar vader haar gedrag, als hij haar aan het slot van de film uit Dogville redt. Ze vergeeft de dorpsbewoners omdat ze ze alsof slachtoffers ziet, als simpele en arme mensen. Dat maakt haar arrogant, neerbuigend. De uiteindelijke en gruwelijke wraak die Grace neemt, voelt dan ook wrang. Is zij niet net zo schuldig aan het feit dat de boel zo vreselijk uit de hand liep? Had ze niet veel eerder aan de rem moeten trekken?
            Von Trier doet het misschien niet op Brechtiaanse wijze, toch dwingt hij zijn publiek voortdurend om dergelijke vragen te stellen. Wat dat betreft zijn de tijden sinds 1974 veranderd. Marina Abramović' Rhythm 0 mag ook vandaag de dag nog schokkend zijn, het verschil tussen goed (Abramović) en kwaad (haar publiek) wordt er wel erg scherp in afgetekend. Na het zien van Dogville vraag ik me af: Wie misbruikte wie? Misbruikte het publiek de kunstenaar door hun sadistische onderbuikgevoelens op haar te botvieren? Of misbruikte de kunstenaar het publiek om haar punt te maken? 2012 schreeuwt om vraagtekens, om ironie, om nuances. Als er iemand is die daar mee uit de voeten kan, is het Lars von Trier.
 
------------------------------------------------------------

Dit stuk verscheen in het voorlaatste nummer van Passionate, in de rubriek Ingeblikt. In het nieuwste nummer bespreek ik boksfilms, waaronder Raging Bull. Nu verkrijgbaar.


Dogville
Lars von Trier
Denemarken / Zweden / Frankrijk / Groot-Brittannië / Duitsland / Nederland, 2003

Manderlay
Lars von Trier
Denemarken / Zweden / Nederland, 2005