9.7.11

THE KILLER INSIDE ME

Hoeveel films ik ook kijk, het is nooit genoeg. Heb ik de ene klassieker net op dvd gezien, dan ren ik al weer naar het filmtheater voor het allernieuwste meesterwerk. Heb ik net een vergeten juweeltje gezien in Het Filmmuseum, dan tipt een bevriende filmliefhebber al weer de volgende must see. Filmhuis, televisie, koopdvd, bioscoop, videotheek, filmfestival en video on demand: overal kom je als filmliefhebber tegenwoordig aan je trekken. Maar het voldane gevoel dat komt met de eindtitels van een goede film, is altijd maar van korte duur.
Mijn liefde voor film begon zich te ontwikkelen toen ik een jaar of veertien, vijftien was. Elke film die ik destijds zag, was een wonder op zich. Mijn kennis van cinema beperkte zich tot Disney, Mel Brooks en Flodder, dus geen van de nieuwe films die ik halverwege de jaren ’90 zag – Chungking Express, Heavenly Creatures, Pulp Fiction, The City of Lost Children – kon ik in een context plaatsen. Elke film weer even opwindend, verontrustend, verbazingwekkend, uniek.
Nu is dat anders. Nu zie ik verbanden tussen verschillende films, kan ze met elkaar vergelijken en ze, kortom, een stuk beter duiden. Maar die kennis heeft zeker ook een keerzijde. Hoe meer films ik zie, hoe meer ze op elkaar gaan lijken. Hoe kritischer ik word. Hoe verwender ik word. Hoe groter het verlangen wordt naar die verwondering uit mijn jeugd. En dat verlangen kan allang niet meer gestild worden door een film die eenvoudigweg “goed” is. Kwaliteit alleen is niet voldoende om de filmhonger van deze veelvraat te stillen. Een film moet ánders zijn. Vernieuwend het liefst. Ik wil iets zien wat ik nog niet eerder gezien heb, zoals het was toen ik vijftien was.
The Killer inside Me is niet de beste van de film van 2010 maar wel een van de meest opwindende – en zeker een van de meest controversiële. In Winterbottoms inktzwarte neo noir zet acteur Casey Affleck zijn babyface en piepstem in om van anti-held Lou Ford een echte engerd te maken. In een stoffig Texaans stadje ergens in de jaren ’50 klopt deze hulpsheriff bij een hoertje aan om haar te verzoeken haar zaken elders voort te zetten. In de scène die volgt, zijn seks, geweld en liefde op schokerende wijze met elkaar verweven. Maar Ford is niet in staat om lief te hebben, zo zal snel blijken. Voor hem zijn haat en liefde één. Een klassiek misdaadplot ontvouwt zich waarbij Ford steeds meer in het nauw gedreven raakt. Maar wij weten allang dat Ford niet moordt omdat hij zijn hachje moet redden. Hij moordt omdat hij een moordenaar is.
The Killer inside Me is een stijlvolle en intelligente thriller enerzijds en een somber stemmend inkijkje in de meest duistere kant van de mens anderzijds. En ja, het is een heel gewelddadige film. Tegenwoordig zijn we zo gewend geraakt aan beelden van geweld dat de impact ervan inmiddels minimaal is. Een revolver laat niet meer achter dan een klein rond gaatje waar zelfs geen bloed mee is gemoeid. Michael Winterbottom pakt dat anders aan: hij laat zien hoe afstotelijk en misselijkmakend geweld is. Het maakt van The Killer inside Me een film om niet meer te vergeten. Een film ook om de honger weer eventjes mee te stillen.
Tip van Basje, november 2011
Website Filmtheater De Fabriek