17.10.12

Slagschaduw #15






































Trillend van de filmkoorts: al teveel gezien, te vaak en in doorwaakte nachten. Schaduwen op de muur. Flakkerende beelden in het achterhoofd. Af en toe haalt de cinefiele junk wel eens een beeld, een scène of zelfs een hele film door elkaar. Columnist Basje Boer doet het opzettelijk. Welke twee films doemen vannacht op in haar delirium?

15.
Het bos, de vrouw, de koffer

Het is middag. Bleek daglicht valt op de bladeren van de planten die de bodem van het bos bedekken. Een man baant zich er een pad doorheen, duwt de bladeren voorzichtig opzij.

Elders in het bos, buiten zijn zicht, wordt een rolstoel voortgeduwd. In de rolstoel hangt een jonge vrouw opzij: haar haar dof en ongezond, haar ogen uitdrukkingsloos. Achter de rolstoel lopen twee verplegers.

De man voert het tempo op. Ongeduldig duwt hij planten aan de kant, de bladeren van bomen. Om zijn arm hangt zijn colbert, daaronder houdt hij een kleine koffer vast. Dan ziet hij, in de verte, de vrouw in de rolstoel.

De verplegers houden halt om met een agent te praten. De vrouw kijkt opzij, in de verte herkent ze een man, herkent ze een bekend gezicht. Haar ogen worden groter.

De man komt dichterbij. Zijn arm gaat omhoog zodat er een pistool zichtbaar wordt, de loop steekt onder zijn colbert vandaan. Dan draait de agent zich om, hij komt op de man af. De man verbergt zijn pistool maar de agent vertrouwt het niet. De vrouw kijkt op, ze weet nu zeker wie de man is. De agent doet een stap terug en tikt de man op de schouder.

Dan gaat alles snel; snel en tergend langzaam tegelijk. De man duwt de agent zijn koffer in de maag. De koffer vliegt door de lucht en springt open. Een fontein van biljetten maakt zich los uit de koffer. De man heeft zijn ogen strak op de vrouw in de rolstoel gericht. Hij begint te rennen.

De vrouw komt omhoog uit de rolstoel, haar ogen en mond groot van verbazing. Met achter zich de regen van dwarrelende biljetten, komt de man op haar af gerend. Ook zij rent nu: schreeuwend, lachend, huilend, uitzinnig van geluk.

Als ze vlak bij elkaar zijn, deinst de man plotseling terug. De vrouw richt haar hoofd naar hem op. Ze benadrukt de woorden die ze uitspreekt, ze wil dat hij haar goed verstaat. Ze zegt: 'Chaos regeert.' En hij, hij kan alleen maar naar haar staren.


 ------------------------------------------------------------   

Slagschaduw, oktober 2012