Heilige met vuile handen
1974, een Italiaanse galerie. Kunstenaar Marina Abramović heeft 72 objecten uitgestald. Voor de performance Rhythm 0 zal ze de komende zes uur stoïcijns ondergaan wat het publiek voor haar in petto heeft. Zij zijn vrij om met haar te doen wat ze willen en mogen daarbij gebruikmaken van onder meer een roos, een schaar, een kam, een zweep, een pistool, een enkele kogel. In eerste instantie is men terughoudend maar hoe langer de performance duurt, hoe sadistischer hun daden. De kleren worden Abramović van het lijf geknipt, de doorns van de roos prikken ze in haar lichaam en ze wordt gesneden met een scheermesje. Op een bepaald moment laadt iemand het pistool en stopt het in Abramović' hand. Iemand anders pakt het pistool af. Abramović doet niks. Pas als de zes uur voorbij zijn, verlaat ze de ruimte. Het publiek schrikt terug terwijl ze naar de deur loopt, bang als ze zijn om de confrontatie met hun slachtoffer aan te gaan. Abramović is de spiegel geworden van hun gruwelijke aard.
Ik moet aan deze performance denken als
ik Dogville (Lars von Trier, 2003)
opnieuw bekijk. De film vormt samen met Manderlay
(2005) de onvoltooide trilogie USA -
Land of Opportunities, waarvan slotdeel Washington
nog op zich laat wachten. Dogville vertelt
over een vrouw die minstens zo mooi, jong en vreemd afstandelijk is als Marina Abramović.
Grace heet ze en ze wordt vertolkt door Nicole Kidman. Het is begin jaren 30 en
Grace is op de vlucht, voor wat of wie is lang niet duidelijk. Haar vlucht
brengt haar naar Dogville, een kleine dorpsgemeenschap in de Amerikaanse Rocky
Mountains. De eenvoudige bewoners van Dogville besluiten om Grace onder hun
hoede te nemen. Maar voor niets gaat de zon op. En dus doet Grace kleine
klusjes voor de oude dokter, de winkeleigenares, de knappe dorpsfilosoof, de
oude blinde man. Zijn ze eerst nog terughoudend met het gebruikmaken van
Grace's diensten, zoals het publiek van Marina Abramović' zich in eerste
instantie ook inhield, later zadelen ze haar met steeds zwaardere klussen op.
Hoe onredelijker de eisen van de dorpsbewoners, hoe gedweeër Grace eraan gehoor
geeft. Hoe beestachtiger de dorpsbewoners zich gedragen, hoe zachter Grace's
woorden van vergeving zijn.
Onder een dun laagje beschaving zit het
beest, zo bewijst zowel Marina Abramović als Dogville. In beide gevallen wordt dat laagje eraf gekrabd door het
onverwachtse verkrijgen van macht. Geen ongewoon thema, kijk bijvoorbeeld naar
Williams Goldings Lord of the Flies.
Maar in deze twee gevallen wordt die macht gegeven door een mooie, passieve
vrouw. Macht verandert de mens in een beest; lijdzaamheid roept op tot sadisme
en exploitatie. Deze stelling neemt in Dogville
echter een onverwachte wending. Von Trier stelt de vraag: Heeft Grace zelf
een hand in haar noodlot? Voerde hij in zijn drie voorgaande films ook al
vrouwen op van wiens zuivere hart op brute wijze misbruik werd gemaakt, in het
geval van Dogville heeft het heilige
hoofdpersonage zelf ook vuile handen.
Dat we hier met een allegorie van
doen hebben, maakt Von Trier direct duidelijk via de ongewone vorm van de film.
In een vrijwel lege filmstudio wordt het dorpje Dogville verbeeld via de
suggestie van een decor: krijtstrepen op de vloer om de huizen en wegen aan te
geven en verder wat losse decorstukken zoals een halve winkelpui, een trap, een
kastje, een klok. Toen Dogville in
première ging, was de algemene opvatting dat Von Trier zich had laten
inspireren door toneelschrijver Bertolt Brecht en diens theorieën over het
vervreemdingseffect. Brecht stelde dat je de illusie van het theater constant dient
te verstoren. Pas dan wordt de kijker gedwongen na te denken over wat hij ziet.
In een interessante recensie van Dogville
in de Filmkrant (juli/augustus 2003) stelt Pieter Bots dat het kale decor
van de film inderdaad aan een Brechtiaans experiment doet denken maar er
inhoudelijk los van staat. Von Triers verteltrant is juist heel meeslepend, de
illusie wordt nergens doorbroken. Op dezelfde manier doet Dogville misschien wel denken aan theater maar met zijn slimme
camerawerk en montage ontstijgt het een theaterregistratie. Blijft de vraag:
Was het wel Von Triers bedoeling om Brechts theorie toe te passen? Of is hij er
gewoon niet in geslaagd? Is Von Trier een betere filmmaker dan hij zou willen
zijn, een meester van de illusie tegen wil en dank?
Nee, wat de vorm van Dogville - en vervolg Manderlay - vooral doet, is ons erop
wijzen dat het hier gaat om een allegorie. Het geabstraheerde dorpje dat
overdag in het wit en 's nachts in het zwart baadt, lijkt wel te bestaan onder
een stolp, geïsoleerd van de rest van de wereld. Het herinnert me aan het
Bijbelse gevecht tussen goed en kwaad en hoe de strijd die God en de duivel in
de hemel leveren zijn weerslag heeft op het leven op aarde. Op dezelfde manier
zijn de dorpjes Dogville en Manderlay een blauwdruk van de misstanden in onze
huidige (westerse) samenleving. Dat Von Trier op cruciale momenten ons het
tafereel van boven laat bezien, is veelzeggend. Het publiek is god en we zien
dat het foute boel is.
De dorpsbewoners leggen Grace aan de
ketting, letterlijk. De mannen uit het dorp vergrijpen zich aan haar; volgens
de ironische vertelstem een genante daad die vergelijkbaar is met een boer die zijn
vee neukt. Grace ondergaat haar lot en vergeeft de daders. Arrogant, zo noemt
haar vader haar gedrag, als hij haar aan het slot van de film uit Dogville
redt. Ze vergeeft de dorpsbewoners omdat ze ze alsof slachtoffers ziet, als
simpele en arme mensen. Dat maakt haar arrogant, neerbuigend. De uiteindelijke
en gruwelijke wraak die Grace neemt, voelt dan ook wrang. Is zij niet net zo
schuldig aan het feit dat de boel zo vreselijk uit de hand liep? Had ze niet
veel eerder aan de rem moeten trekken?
Von Trier doet het misschien niet op
Brechtiaanse wijze, toch dwingt hij zijn publiek voortdurend om dergelijke vragen
te stellen. Wat dat betreft zijn de tijden sinds 1974 veranderd. Marina
Abramović' Rhythm 0 mag ook vandaag
de dag nog schokkend zijn, het verschil tussen goed (Abramović) en kwaad (haar
publiek) wordt er wel erg scherp in afgetekend. Na het zien van Dogville vraag ik me af: Wie misbruikte
wie? Misbruikte het publiek de kunstenaar door hun sadistische
onderbuikgevoelens op haar te botvieren? Of misbruikte de kunstenaar het
publiek om haar punt te maken? 2012 schreeuwt om vraagtekens, om ironie, om
nuances. Als er iemand is die daar mee uit de voeten kan, is het Lars von
Trier.
------------------------------------------------------------
Dit stuk verscheen in het
voorlaatste nummer van Passionate, in de rubriek Ingeblikt. In het
nieuwste nummer bespreek ik boksfilms, waaronder Raging Bull. Nu verkrijgbaar.
Dogville
Lars
von Trier
Denemarken
/ Zweden / Frankrijk / Groot-Brittannië / Duitsland / Nederland, 2003
Manderlay
Lars
von Trier
Denemarken
/ Zweden / Nederland, 2005