9.10.11

De ugly cry

Op mijn zeventiende kreeg ik iets met een Vlaamse architect. In zijn krappe appartement in Amsterdam-Oost liet hij me Wim Mertens horen, ging ik voor het eerst op internet. Ik vond hem leuk, hij mij ook, maar iets klopte er niet.Degene die ik was strookte niet met degene die ik weerspiegeld zag in zijn ogen: het eigenzinnige meisje dat zijn stijve, saaie, Vlaamsearchitectenbestaan binnen kwam fladderen. Ik was geen bries verdomme, ik was zelf de nukkige kunstenaar met de ramen dicht.
Beginners,de nieuwste film van Amerikaanse indie-filmer Mike Mills, is een quasi autobiografisch relaas waarin verschillende verhaallijnen niet-chronologisch door elkaar heen lopen. Hoofdpersoon Oliver heeft het er maar druk mee. Hij wordt depressief,hij wordt verliefd. Hij verwerkt zijn jeugd, zijn relatie met zijn ongelukkige moeder en het overlijden van zijn pas uit de kast gekomen vader. In anderhalfuur tijd moet Mills al die verhoudingen, situaties, emoties en personages geloofwaardig en invoelbaar maken. Daartoe moet hij keuzes maken, en het eerste wat sneuvelt, is de persoonlijkheid van Olivers love interest Anna.
Dit is wat we van Anna te weten komen:ze praat weinig (tijdens haar eerste ontmoeting met Oliver is ze wegens ziekte zelfs helemaal niet in staat om te praten), ze lacht veel, ze is niet vies vaneen potje seks. Ook heeft ze een assortiment aan eigenaardigheden. Met Halloween verkleedt ze zich als Charlie Chaplin, in een tweedehandsboekwinkel kiest ze voor een autobiografie van Bergman-actrice Liv Ullman en in bed kan ze Oliver spontaan in zijn arm bijten. Anna is niet als andere meisjes, maakt Mills duidelijk. Nee, maar ze is wel precies hetzelfde als al die andere meisjes die niet als andere meisjes zijn. Quirky noem je ze, die vrouwen die gelijke delen tomboy en kindmeisje zijn, met de ondeugende glimlach van Amélie uit Le fabuleux destin d'Amélie Poulain. Meisjes die onbeschaamd gek dansen zoals Sam in GardenState, of naïef-schattig een loodzwaar liedje van The Smiths voor je zingenin de lift ("To die by your side is such a heavenly way to die"),zoals Summer in (500) Days of Summer.Dat het quirky meisje een mannenfantasie is, zit 'm niet in haar voorgevel of leeghoofdigheid maar in de vlakheid van haar karakter.
Zoals Anna's ogenschijnlijk slordige kapsel bij nader inzien verpletterend mooi zit, zo maakt ook haar enige slechte eigenschap haar juist des te aantrekkelijker. Anna heeft namelijk bindingsangst, een schattige kwaal, die bovendien geheel te wijten is aan haar claimerige vader. Sneu! Maar niet alleen haar hechtingsproblemen leiden tot tranen, nee ook onvervalst medeleven bezorgt Anna kopzorgen. Huilend openbaart ze aan Oliver: 'Je hebt al zoveel verloren, ik ben bang dat ik dat niet kan compenseren.' Weer een andere huilsessie, als onderdeel van een snelle montage die de romance tussen Anna en Oliver samenvat, wordt niet eens verklaard. Waarom ze huilt, doet er niet toe. Wat Mills wil overbrengen, is: Kijk hoe diep deze relatie gaat. En ook: Wat is ze mooi als ze huilt, met vochtige wangen die het licht van de maan prachtig vangen. Ja, dag. Zelfs de grootste romanticus heeft de mythe van de mooie huiler inmiddels doorprikt. Wij vrouwen janken met hysterische uithalen en rode ogen en snot.Zelfs de beeldschone Mélanie Laurent die Anna gestalte geeft, huilt in het echt de ugly cry. En niet uit compassie voor haar vriendje maar waarschijnlijk uit puur, menselijk egocentrisme.
Mills zadelt niet alleen Anna met vreemde gewoonten op, ook de overige personages hebben hun eigenaardigheden. Papa zegt "hallo" tegen levenloze objecten, Oliver en vriend Elliot spuiten raadselachtige graffiti, papa's vriendje brengt zijn minnaar insecten. Het zijn inwisselbare gewoonten, niet bedoeld om de personages vorm te geven maar om Mills' eigenzinnigheid te demonstreren. Er zit maar één gewoonte tussen die wél werkt.Olivers moeder, verreweg het leukste personage, demonstreert regelmatig haar dead pan cynische humor door te mimen dat ze de kleine Oliver omlegt, waarop die bloedserieus een sterfscène improviseert. Een mooi gevonden hebbelijkheid, die vooral werkt omdat deze mama'sgebreken - zwartgalligheid, depressiviteit, onaangepastheid - zo mooi illustreert, en het zijn die gebreken die van haar een mens maken. Ook Olivers personage komt tot leven omdat hij de dunne scheidslijn tussen aardig en irritant bewandelt. Van zijn vader en diens vriend ga je vooral houden omdat de eerste zo verschrikkelijk koppig is en de tweede zich door zijn minderwaardigheidscomplex laat leiden.
Waarom, vraag ik me af, is Anna niet zo'n ergerlijke eigenschap gegund? Ik moet denken aan Polly, Ben Stillers behoorlijk quirky liefje in de mainstream romkom AlongCame Polly. Jennifer Anniston speelt deze puinhoop van een vrouw die haar chaotische bestaan op de één of andere manier toch in balans weet te houden. Hoe kan het dat een pretentieloze komedie als AlongCame Polly een levensechter personage in het leven weet te roepen dan Mills,toch overduidelijk een gevoelige en eigenzinnige filmmaker?
Anna poept niet, dat moge duidelijk zijn. Polly wel. Polly is slordig, onhygiënisch, besluiteloos. Terugdenkend aan mijn jaren in de dating game was de Belg niet de enige bij wie ik me Anna in plaats van Polly voelde. Er was ook een Amerikaan, een Brabander, een Hagenees. Hun adoratie was even vleiend als ongemakkelijk. Ik verkrampte, bang dat mijn echte, van gebreken vergeven ik hun fantasie zou verbrijzelen. Op de wc, daar in Amsterdam-Oost, poepte ik niet,maar huilde stiekem de ugly cry.

Beginners
Mike Mills, 2010

Vanaf 13 oktober in de Nederlandse filmtheaters