31.7.12

Slagschaduw #13

























Trillend van de filmkoorts: al teveel gezien, te vaak en in doorwaakte nachten. Schaduwen op de muur. Flakkerende beelden in het achterhoofd. Af en toe haalt de cinefiele junk wel eens een beeld, een scène of zelfs een hele film door elkaar. Columnist Basje Boer doet het opzettelijk. Welke twee films doemen vannacht op in haar delirium?

13.
Wat ze weet
 
Ook binnen draagt de man zijn zonnebril. Met die bril op loopt hij het politiebureau in en vraagt waar ze is. Ze wordt verhoord, laat de agent weten. Als de man aandringt, kijkt hij even naar hem op. Het duurt nog wel even, zegt de agent. Wacht gewoon rustig af.

De man met de zonnebril is niet het type dat afwacht. Hij loopt het politiebureau uit en als hij terugkeert, is dat achter het stuur van zijn auto. Hij ramt de voorpui, de balie waarachter de agent zit - en de agent erbij. Het kabaal dreunt door tot in de achterste kamers van het bureau. Ergens schrikt een jonge vrouw wakker uit een onrustig dutje op de bank. Ze weet: Hij komt voor mij.

De man met de zonnebril speurt de fel verlichte gangen van het politiebureau af. Hij houdt geen moment stil. Hij slaat zich een weg door het puin, schiet elke agent neer die hij tegenkomt: jonge agenten die zichzelf net koffie hebben ingeschonken, een oudere rechercheur die achter zijn bureau zit te telefoneren, agenten met getrokken pistolen. De vrouw hoort de schoten steeds dichterbij komen. Ze kan geen kant op.

Rustig trekt de man de elektriciteitskabels van de muur. Het regent vonken, dan valt het licht uit. Er ontsnapt de vrouw een gil. Ze weet: Het is te laat. Hij staat aan de deur waar ze zich verschuilt en ze kan niets anders doen dan haar lijf er tegenaan drukken. Het werkt. De hand die om de deur kwam trekt zich terug. Ferm draait ze de deur op slot. Een zucht van opluchting stokt in haar keel als de deur begint te schudden in zijn voegen.

Stukje bij beetje gaat de deur aan gort. Licht komt door de gaten, het hout vervalt in splinters. Een arm komt dwars door de deur en trekt de vrouw aan het haar. Luider wordt haar gil, groter haar ogen, steeds dichterbij komt een van de splinters die vers is losgetrokken uit het hout. Het gegil wordt gekrijs en tenslotte gegorgel, als de splinter het oog raakt en de hand niet ophoudt met trekken. Ze weet: Nu is het gauw voorbij.
 
------------------------------------------------------------   

Slagschaduw, augustus 2012